Binnentoestel: onderdelen en belangrijkste functies
Onderdelen van het toestel
Gebruikstemperaturen
Gebruik het toestel bij de onderstaande temperaturen voor een veilige en effectieve werking. Het
gebruik van de airconditioner onder andere omstandigheden kan leiden tot slecht of minder
efficiënt functioneren.
Binnentemperatuur
Buitentemperatuur
Pag. 6
Lamellen
Luchtinlaat
Fig. 2.1
KOELINGS-stand
17-32°C (62-
0-30°C (32-86°F)
90°F)
0-50°C
(32-122°F)
-15-24°C (5-76°F)
-15-50°C (5-
122°F)
(koelingsmodellen
met lage temperaturen)
Informatiepaneel
Luchtuitlaat
VERWARMINGS-stand
2
DROGEN-stand
17-32°C
(62-90°F)
0-50°C (32-
122°F)