Download Print deze pagina

Danfoss PSH038-051-064-077 Instructies pagina 2

Advertenties

Instructies
• �aat langzaam de beschermende stikstofvul-
�aat langzaam de beschermende stikstofvul-
�aat langzaam de beschermende stikstofvul-
ling vrij via het schraderventiel.
• Sluit de compressor zo snel mogelijk aan op
het systeem om vervuiling van de olie door
vocht in de lucht te voorkomen.
• Zorg er bij het snijden van de buizen voor dat
er geen materiaal in het systeem komt. �oor
nooit gaten op plaatsen waar de bramen niet
kunnen worden verwijderd.
• Soldeer voorzichtig, gebruik makende van de
modernste technieken en ventileer de leiding
met stikstofgas.
• Sluit de vereiste veiligheids- en besturingsap-
Sluit de vereiste veiligheids- en besturingsap-
Sluit de vereiste veiligheids- en besturingsap-
paraten aan. Als hiervoor het schraderventiel
wordt gebruikt, verwijder dan de interne klep.
• De vloeistofi nspuitingsklep moet worden ge-
De vloeistofi nspuitingsklep moet worden ge-
De vloeistofinspuitingsklep moet worden ge-
voed door vloeistof uit de vloeistoflijn van het
systeem, stroomafwaarts van de filterdroger.
• �escherm de compressor en de vloeistofi n-
�escherm de compressor en de vloeistofin-
�escherm de compressor en de vloeistofi n-
spuitingsklep tegen hitte tijdens het solderen
van de vloeistoflijn.
5 – �ekdetectie
Zet het circuit nooit onder druk met zuurstof
of droge lucht. Dat kan brand of een ontploffing
veroorzaken.
• Zet het systeem eerst onder druk aan de HP-zijde
en daarna aan de �P-zijde. Zorg dat de druk aan
de �P-zijde nooit meer dan 5 bar hoger is dan
aan de HP-zijde. Een dergelijk drukverschil kan
interne schade veroorzaken aan de compressor.
• Gebruik geen kleurstof voor lekdetectie.
• Voer een lekdetectietest uit op het volledige
systeem.
• De testdruk mag niet hoger zijn dan:
Model
�P-zijde
PSH 038.051.064.077
30 bar
• Als een lek wordt ontdekt, moet dat lek wor-
Als een lek wordt ontdekt, moet dat lek wor-
Als een lek wordt ontdekt, moet dat lek wor-
den hersteld en moet de lekdetectie worden
herhaald.
6 – Vacuümdroging
• Gebruik de compressor nooit om het systeem
leeg te maken.
• Sluit een vacuümpomp aan op zowel de �P-
als de HP-zijde.
• �aat de druk van het systeem zakken tot een
vacuüm van 500 µm Hg (0,67 mbar) absoluut.
• Gebruik geen MegOhmmeter en zet de com-
Gebruik geen MegOhmmeter en zet de com-
Gebruik geen MegOhmmeter en zet de com-
pressor niet onder stroom terwijl hij vacuüm
staat aangezien dat interne schade kan ver-
oorzaken.
7 – Elektrische aansluitingen
• Schakel de hoofdvoeding uit en koppel haar
volledig los.
• Alle elektrische onderdelen moeten worden
gekozen op basis van de lokale normen en com-
pressorvereisten.
• De Performer® scrollcompressor werkt slechts
in één draairichting correct. De lijnfasen �1, �2,
�3 moeten daarom steeds worden verbonden
met compressoraansluitingen T1, T2, T3 om te
vermijden dat de draairichting verkeerd is.
• Gebruik schroeven van ø 4,8 mm (3/16") en
ringaansluitingen van ¼" voor de stroomver-
binding. Haal aan met een koppel van 3 Nm.
• De compressor moet worden geaard door
middel van de 5mm-aardschroef.
FRCC.EI.018.A2.10 - November 2011
• Sluit de kabelplug van de persgastempera-
Sluit de kabelplug van de persgastempera-
Sluit de kabelplug van de persgastempera-
tuursensor aan op de sensor bovenaan op de
compressor.
• Sluit de OCS aan op de voeding en de aarde.
• Sluit de transmitters voor lage druk (�P) en hoge
druk (HP) aan op de OCS. Die zijn verplicht voor
de werking van de omhullende detector.
• Slechts een set �P/HP-transmitters is verplicht
voor parallelmontage.
• Sluit de M1-M2-stuurkring aan op de OCS.
• Andere verbindingen met de OCS zijn in de
fabriek voorbereid; DGT-sensor (Discharge
Gas Temperature), carterverwarming (Surface
Sump Heater), motorbeveiliging, fasecontrole,
�VI-klep (vloeistofinspuitingsklep). De schake-
laarposities staan vermeld op het deksel van
de OCS.
Sluit om persoonlijk letsel te vermijden de
230 V OCS aan op de aarding en controleer de
continuïteit.
8 – Het systeem vullen
• �aat de compressor uitgeschakeld.
• Vul koelmiddel in vloeibare fase in de conden-
Vul koelmiddel in vloeibare fase in de conden-
Vul koelmiddel in vloeibare fase in de conden-
sor- of het vloeistofreservoir. Respecteer de
nominale hoeveelheid voor het systeem om
werking bij te lage druk en te hoge oververhit-
ting te voorkomen. Zorg dat de druk aan de �P-
zijde nooit meer dan 5 bar hoger is dan aan de
HP-zijde. Een dergelijk drukverschil kan interne
schade veroorzaken aan de compressor.
• Houd de hoeveelheid koelmiddel indien mo-
Houd de hoeveelheid koelmiddel indien mo-
Houd de hoeveelheid koelmiddel indien mo-
gelijk onder de aangegeven vullimieten. �oven
deze limiet moet de compressor worden bevei-
ligd tegen terugstroom van vloeistof met een
HP-zijde
'pump down'-cyclus of vloeistofafscheider.
48 bar
• �aat de vulcilinder nooit zitten op het circuit.
Compressormodellen Vullimiet koelmiddel (kg)
PSH 038.051.064
PSH 077
9 – Controle voor ingebruikname
Gebruik veiligheidsapparatuur zoals een
drukschakelaar en een mechanische veilig-
heidsklep in overeenstemming met de algeme-
ne en plaatselijke voorschriften en veiligheids-
normen. Zorg ervoor dat ze actief zijn en correct
zijn ingesteld.
Controleer of de instellingen van hogedruk-
schakelaars en veiligheidskleppen niet hoger
zijn dan de maximale werkdruk van de sy-
steemonderdelen.
• Het gebruik van een lagedrukschakelaar
wordt aanbevolen om werking onder vacuüm
te voorkomen. Minimuminstelling voor PSH:
2,1 bar g.
• Controleer of alle elektrische verbindingen
correct zijn vastgemaakt en voldoen aan de
plaatselijke regelgeving.
• Zorg dat de spoel van de vloeistofi nspuitings-
Zorg dat de spoel van de vloeistofi nspuitings-
Zorg dat de spoel van de vloeistofinspuitings-
klep (�IV) correct is gepositioneerd op de
�IV-behuizing: één van de borgpennen op de
spoel moet passen in een van de groeven op
het klephuis.
10 – Opstarten
• Start de compressor nooit wanneer geen
koelmiddel is aangebracht.
• Alle kleppen moeten in de open positie staan.
• �reng de HP/�P-druk in evenwicht.
• Zet de compressor onder stroom. Die moet
meteen starten. Als de compressor niet start,
controleer dan de bedrading en de spanning
op de aansluitingen.
• Als de interne veiligheidsklep (PSH) wordt
geopend, zal het carter van de compressor
warm zijn en wordt de compressor uitgescha-
keld door de motorbeveiliging.
11 – Controleer met draaiende compressor
• Controleer stroomverbruik en spanning.
• Controleer op oververhitting van de afzuiging
om het risico op vloeistofslag te verminderen.
• Observeer het oliepeil in het peilglas gedu-
Observeer het oliepeil in het peilglas gedu-
Observeer het oliepeil in het peilglas gedu-
rende 60 minuten om ervoor te zorgen dat de
olie goed terugkeert naar de compressor.
• Controleer alle buizen op abnormale trillingen.
�ewegingen van meer dan 1,5 mm moeten
worden gecorrigeerd, bijvoorbeeld met lei-
dingbeugels.
• Voeg indien nodig extra koelmiddel toe in
vloeibare toestand aan de lagedrukzijde, zo ver
weg van de compressor als mogelijk. De com-
pressor moet draaien tijdens dit proces.
• Overlaad het systeem niet.
• �aat nooit koelmiddel ontsnappen in de at-
�aat nooit koelmiddel ontsnappen in de at-
�aat nooit koelmiddel ontsnappen in de at-
mosfeer.
• Voer een algemene inspectie uit van de in-
Voer een algemene inspectie uit van de in-
Voer een algemene inspectie uit van de in-
stallatie voordat u de locatie verlaat en con-
troleer op netheid, lawaai en lekken.
• Noteer het type en de hoeveelheid koelmid-
Noteer het type en de hoeveelheid koelmid-
Noteer het type en de hoeveelheid koelmid-
del en ook de werkomstandigheden als refe-
rentie voor toekomstige inspecties.
• Wis eventuele waarschuwingen en alarmen
in de OCS voordat u de locatie verlaat om
toekomstige onderhoudscontroles te verge-
makkelijken.
12 – Onderhoud
De interne druk en oppervlaktetemperatuur
zijn gevaarlijk en kunnen permanente letsels
veroorzaken. Onderhoudstechnici en installa-
teurs moeten over de juiste vaardigheden en het
juiste materiaal beschikken. De leidingtempera-
tuur kan meer dan 100 °C bedragen en ernstige
brandwonden veroorzaken.
Zorg voor periodieke onderhoudsinspecties
om de betrouwbaarheid van het systeem te
garanderen en te voldoen aan de plaatselijke
voorschriften.
Om systeemgerelateerde compressorproblemen
13.5
te voorkomen, wordt het volgende periodieke
14.5
onderhoud aanbevolen:
• Controleren of veiligheidsapparaten werken
en correct zijn ingesteld.
• Het systeem controleren op lekken.
• Het stroomverbruik van de compressor contro-
Het stroomverbruik van de compressor contro-
Het stroomverbruik van de compressor contro-
leren.
• Controleren of het systeem werkt op een ma-
Controleren of het systeem werkt op een ma-
Controleren of het systeem werkt op een ma-
nier die vergelijkbaar is met vorige onderhouds-
verslagen en de omgevingsomstandigheden.
• Controleren of alle elektrische aansluitingen
goed zijn vastgemaakt.
• De compressor schoon houden en controle-
De compressor schoon houden en controle-
De compressor schoon houden en controle-
ren of er geen roest en oxidatie aanwezig is
op de behuizing, de buizen en de elektrische
verbindingen.
• Alarmen en waarschuwingen controleren en
wissen.
• De correcte werking controleren van de car-
De correcte werking controleren van de car-
De correcte werking controleren van de car-
terverwarming.
13 - Waarborg
Vermeld altijd het modelnummer en serienummer
bij het indienen van een claim over dit product.
De productwaarborg kan in de volgende gevallen
vervallen:
• Afwezigheid van naamplaatje.
• Externe wijzigingen; meer bepaald boren, las-
Externe wijzigingen; meer bepaald boren, las-
Externe wijzigingen; meer bepaald boren, las-
sen, gebroken steunvoet en schokmarkeringen.
• Compressor werd geopend of onverzegeld
teruggestuurd.
• Roest, water of lekdetectiekleurstof in de com-
Roest, water of lekdetectiekleurstof in de com-
Roest, water of lekdetectiekleurstof in de com-
pressor.
• Het gebruik van een koelmiddel of smeer-
Het gebruik van een koelmiddel of smeer-
Het gebruik van een koelmiddel of smeer-
middel dat niet is goedgekeurd door Danfoss.
• Afwijkingen van de aanbevolen installatie-,
bedienings- of onderhoudsinstructies.
• Het gebruik in mobiele toepassingen.
• Het gebruik in een omgeving met explosieve
atmosfeer.
• Geen modelnummer of serienummer ver-
Geen modelnummer of serienummer ver-
Geen modelnummer of serienummer ver-
meld op de waarborgclaim.
14 – Verwijderen
Danfoss raadt aan dat compressoren en
compressorolie worden gerecycled in
en door een erkend bedrijf.
Copyright Danfoss Commercial Compressors - DSS - 11/11

Advertenties

loading