10-2. Meetproces
Richt op het voorhoofd (zie onderstaand schema voor de positionering), vanaf een afstand van 1-3cm
(0,4-1,2 in), druk op de meetknop, de temperatuur wordt direct weergegeven. Zorg ervoor dat er geen
haar, transpiratie, cosmetica of pet op het voorhoofd zit.
Als het de temperatuur van het voorhoofd niet kan meten door transpiratie of andere factoren, neem dan
de temperatuur achter de oorlel, en zorg ook hier ervoor dat het niet met haar, transpiratie, cosmetica of
pet bedekt is.
10-2-1. De omgevingstemperatuur moet stabiel zijn, meet niet de lichaamstemperatuur voor
ventilatoren, de luchtuitlaten van de airconditioning enz.
10-2-2. Om stabiele en betrouwbare gegevens te verkrijgen, moet u het apparaat gedurende 15-20
minuten bewaren om de eigen temperatuur in evenwicht te brengen alvorens te meten wanneer de
omgevingstemperatuur sterk verandert, en moet u het 1 minuut na 2 continue metingen bewaren.
10-2-3. Neem de lichaamstemperatuur niet op als de patiënt zweet of de koude kompressen enz. heeft
gedaan, want die verlagen het meetresultaat.
10-2-4. Stel voor om de lichaamstemperatuur drie keer te meten en de hoogste waarde toe te passen.
10-3 Knoppenbediening
10-3-1. ON/SCAN knop (Measuring Trigger) Druk op de knop om het apparaat aan te zetten en te
beginnen met meten.
10-3-2. MODE-knop: Schakel de lichaamsmodus, de oppervlaktemodus.