6. Volgorde van de instellingen: Uren > minuten
7. Druk tenslotte op de MODUS-knop om de instellingen op te slaan en de instelmodus te verlaten.
8. Om de wekker te activeren, drukt u op de ALARM-knop totdat het overeenkomstige alarmsymbool
(wekker) wordt weergegeven for AL1, AL2.
9. Om het alarm uit te schakelen, drukt u herhaaldelijk op de ALARM-toets totdat het alarmsymbool
(bel) niet meer wordt weergegeven.
13 Snooze-functie
1. Wanneer het alarm afgaat, drukt u op de SNZ/LIGHT knop om de sluimerfunctie te activeren. Het
alarm gaat na 5 minuten weer af.
2. Wanneer het alarm afgaat, drukt u op een andere knop om het alarm te stoppen totdat de alarmtijd
weer wordt bereikt.
3. Als er geen toets wordt ingedrukt, wordt het alarm na 2 minuten automatisch uitgeschakeld.
Stel de snooze-tijd in
4. In de normale weergavemodus drukt u ongeveer 3 seconden op de MODE-knop om naar de tijdin-
stelmodus te gaan.
5. De snoozetijd kan worden ingesteld van 3 tot maximaal 20 minuten.
6. Druk op de UP-knop of DOWN-knop om de waarde te wijzigen.
7. Druk tenslotte op de MODUS-knop om de instellingen op te slaan en de instelmodus te verlaten.
14 Instelling van het temperatuuralarm
1. Druk herhaaldelijk op de knop KANAAL op het basisstation om de gewenste buitensensor te se-
lecteren.
2. Houd de ALERT knop ongeveer 3 seconden ingedrukt in de normale tijdweergavemodus om de
instelmodus voor het temperatuuralarm te openen.
3. De in te stellen cijfers knipperen.
4. Druk op de UP-knop of DOWN-knop om de waarde te wijzigen.
5. Druk op de ALERT knop om te bevestigen en over te schakelen naar de volgende instelling, de
volgende instelling.
6. Volgorde van de instellingen: Bovenste temperatuurgrens buiten (HIGH) > Onderste temperatuur-
grens buiten (LOW) > Bovenste temperatuurgrens binnen (HIGH) > Onderste temperatuurgrens
binnen (LOW) > Uitgang
7. Als er na 30 seconden geen instelling is gemaakt, wordt de modus voor het instellen van de tem-
peratuur automatisch gesloten. De tot dan toe gemaakte instellingen worden opgeslagen.
Temperatuuralarm activeren/deactiveren
8. Druk herhaaldelijk op de ALERT knop om de geselecteerde temperatuurlimieten weer te geven.
9. Druk op de knop OMHOOG of OMLAAG om het alarm voor de huidige geselecteerde tempera-
tuurlimiet in of uit te schakelen.
10. Wanneer de buitentemperatuur één van de limieten bereikt, knippert het temperatuuralarmsym-
bool en klinkt er gedurende ongeveer 5 seconden een waarschuwingstoon. Dit wordt elke 1 mi-
nuut herhaald totdat de temperatuur weer onder de grenswaarde zakt.
11. Wanneer het alarm afgaat, drukt u op een willekeurige knop om het alarm te stoppen.
11 / 16