9.7
Uittrekvergrendeling
▪
Om de telescopische geleiders (12) te ontgrendelen of te vergrendelen, draait u de
vergrendelingsknop van de telescopische geleiders (21) in tegenwijzerzin of wijzerzin.
9.8
Dieptestop (Fig. 3)
Wanneer het niet gewenst is om het werkstuk volledig door te zagen, gebruik dan de
dieptestop om de diepte van de zaagsnede in te stellen.
Regel enkel de voorste bout af. De achterste bout dient om te voorkomen dat
het blad in de zaagtafel zaagt tijdens normaal gebruik. Stel de achterste bout
niet bij.
▪
Zet de vergrendelpen los.
▪
Breng de zaagkop naar boven.
▪
Duw de dieptestop naar links om met de dieptestop te werken.
▪
Trek de zaagkop naar beneden om de huidige instelling te controleren.
▪
Om de instelling te veranderen, zet u eerst de gekartelde moer op de bout van de
dieptestop los. Draai dan de bout van de dieptestop in wijzerzin om de diepte te vergroten
of in tegenwijzerzin om de diepte te verkleinen. Zet de moer van de dieptestop na het
afregelen vast.
▪
Indien nodig kunt u de dieptestop naar rechts duwen om hem tijdelijk uit te schakelen
9.9
Aan- en uitschakelen
Gebruik voor u eigen veiligheid twee handen bij het aan- en uitschakelen van
u toestel.
▪
Sluit de zaagmachine aan op een stopcontact.
▪
Duw tegelijkertijd op de hoofdschakelaar (14) en de ontgrendelknop (24) om de machine
te starten.
▪
Wanneer u de machine wenst uit te schakelen, laat u de aan/uit-schakelaar (14) los.
▪
Belangrijk! Plaats het materiaal dat u wenst te zagen vlak op het oppervlak van de
machine en zet het vast met de werkstukklem (11) zodat het materiaal niet kan bewegen
wanneer u het zaagt.
▪
Wacht na het aanzetten van de zaag tot het zaagblad (2) zijn maximale snelheid heeft
bereikt.
▪
Duw de ontgrendelingshendel (15) naar opzij en maak gebruik van de handgreep (13) om
met een gelijkmatige en lichte neerwaartse druk de machinekop doorheen het werkstuk te
bewegen.
▪
Zet na het maken van de zaagsnede de machine terug in zijn bovenste parkeerstand en
laat de aan/uit schakelaar los.
Waarschuwing! Een veer zorgt ervoor dat de machinekop na de bewerking automatisch terug
naar boven komt.
Laat na het maken van de snede de handgreep (13) niet onmiddellijk los maar laat de
machinekop langzaam naar boven komen.
9.10
Laser
▪
U kunt de laser IN- en UIT-schakelen met de schakelaar (29).
▪
De laser (22) projecteert een straal op het werkstuk.
▪
Met de laserfunctie kunnen zeer precieze zaagsneden gemaakt worden.
Copyright © 2021 VARO
POWX075740DB
P a g i n a
| 9
NL
www.varo.com