WAARSCHUWING
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Houd altijd een minimum ruimte van 25,4 mm
tussen de draaiende onderdelen van het roer-
werk en de materiaalhouder om vonkvorming
door contact te voorkomen.
OPMERKING: Nummers en letters in de tekst verwijzen
naar de afbeeldingen en de onderdelen-
tekeningen.
Luchtverbruik
De 1/2 pk roerwerkluchtmotor heeft over het algemeen
#
0,06 m
/minuut lucht nodig bij 400 t/min en met een inlaat-
druk van 7 bar.
Hulpstukken voor de luchtleiding
Breng een luchtfilter aan in de luchtleiding om schadelijk
vuil en vocht uit de toegevoerde lucht te verwijderen. Het
bestelnummer is 106148 voor 3/8 npt of 106146 voor 1/2 npt.
Breng achter het filter een olienevelaar aan in de lucht-
leiding voor automatische smering van de luchtmotor.
Het bestelnummer is 214847 voor 3/8 npt(i) of 214848
voor 1/2 npt. Stel de olienevelaar in op 1 tot 3 druppels
per uur.
Het roerwerk installeren
1.
Installeer het roerwerk op het deksel van de materiaal-
houder door de helix door het spongat van het vat te
schroeven en de roerwerkbehuizing in het spongat te
schroeven. Zie de maattekening op blz. 11.
VOORZICHTIG
Houd het roerwerk strak op het de spon van het vat
gemonteerd om schade aan het schroefdraad te voor-
komen door trillingen.
Wanneer u een aangepast vat gebruikt, controleer dan
of er geen interferentie is tussen de onderzijde van het
vat en de as van het roerwerk.
2.
Plaats de luchtmotor zodanig dat de luchtleiding ge-
makkelijk kan worden bevestigd aan de 1/8 npt inlaat
van het naaldventiel zonder dat het in de weg zit van
enige andere systeemcomponenten. Zie Afb. 1.
3.
Bevestig een snelontkoppelingsventiel voor de lucht-
leiding of een kogelventiel voor de hoofdluchtafsluiter.
Het bestelnummer van de koppeling is 208536 en dat
van de fitting 169969, snelontkoppelingsfitting voor de
luchtleiding.
4
308175
Installatie
4.
Sluit de luchtleiding aan tussen de 1/8 npt inlaat van
het naaldventiel en de 1/8 npt uitlaat van het spruitstuk
van de luchtcompressor.
1/8 npt lucht-
Afb. 1
Aarding
Goede aarding is een essentieel punt om het systeem veilig
te houden.
Om het risico van vonken door statische elektriciteit te ver-
minderen moeten alle elektrisch geleidende voorwerpen of
toestellen in het spuitgebied goed geaard zijn. Kijk de ter
plaatse geldende elektriciteitsvoorschriften na voor aardings-
instructies voor de betreffende situatie en apparatuur.
Het roerwerk aarden:
Verwijder de aardingsschroef (A) en sluitring (B) los te halen.
Zie Afb. 2. Zet de klem (C) van de aardingsdraad vast aan
het roerwerk met de schroef en sluitring. Sluit het andere uit-
einde van de aardingsdraad aan op een goed aardpunt. Het
bestelnummer is 222011, aarddraad en -klem.
Afb. 2
inlaat
Geluiddemper
Naaldventiel
0908B
C
B
A
01089