Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
4
3
HULPVOEDING
RIJ-
INSCHAKELING
BEDIENEN
2
Als de indicator brandt betekent dit
dat hoogwerker voorbij een niet-
bestuurbaar wiel is gegaan en dat
de rijfunctie uitgeschakeld is.
Om te rijden, rijschakelaar omhoog
of omlaag gedrukt houden en
langzaam de rij-joystick verplaatsen.
Machine kan in tegengestelde
richting rijden van de richting die is
gekozen met bedieningselementen.
Gebruik de kleurgecodeerde
richtingpijlen op dit paneel en het
aandrijfchassis om te bepalen in
welke richting de machine gaat
rijden.
1
Platformbedieningspaneel
1 Rijschakelaar
2 Indicatielampje 'rijden ingeschakeld'
3 Hulpvoedingschakelaar
4 Platformnivelleringsschakelaar
5 Claxonknop
6 In-/uitschuifschakelaar arm
7 Rode noodstopknop
8 Jib-rotatieschakelaar (optie)
9 Accuconditiemeter en/of accuspanningsindicator
met onderbreking (optie)
8
5
6
7
STOP
18
17
16
15
14
Genie Z-30/20N
8
9
10
F
1
2
E
KRUIPEN
ACCU
BIJNA LEEG
ARMFUNCTIESNELHEID
13
12
10 Niet gebruikt
11 Proportionele joystick voor rijfunctie en
duimschakelaar voor stuurfunctie
12 Snelheidscontroller armfuncties
13 Op/neer-schakelaar jib
14 Indicatielampje 'accu bijna leeg'
15 Schakelaar secundaire arm op/neer
16 Schakelaar primaire arm op/neer
17 Draaitafelschakelaar
18 Platformrotatieschakelaar
Tweede uitgave • Negende druk
10
10
Onderdeelnr. 43651DU
11
10
10
10
10