9.3
De schaafdiepte instellen (Fig. 5)
De schaafdiepte is instelbaar van 0 tot 2.0 mm. De instelling gebeurt door aan de
instelknop voor de schaafdiepte (2) te draaien.
Als de knop in wijzerzin van de "0"-stand wordt weggedraaid, zal de schaafdiepte van 0 tot
max. 2.0 mm toenemen.
Het wordt aangeraden om na het instellen testsneden te maken in afvalhout om er zeker
van te zijn dat de gewenste hoeveelheid hout door de schaaf wordt weggenomen.
Verschillende schaafbewerkingen met kleinere diepte zullen een mooiere afwerking
opleveren dan één schaafbewerking met grote diepte.
9.4
De parallelgeleider monteren en instellen
De parallelgeleider wordt gebruikt wanneer u parallel met het werkstuk wilt schaven.
Zet de houder van de parallelgeleider aan de linker- of rechterkant vast m.b.v. de
vleugelschroef.
Monteer nu het T-vormig geleiderstuk op de houder m.b.v. de vleugelmoer en de
klemschroef. Het geleiderstuk moet altijd naar onder wijzen.
Stel de gewenste afstand tussen de parallelgeleider en het werkstuk in.
Zet de schroef op de houder (rail) vast.
10 GEBRUIK
10.1
In- en uitschakelen (Fig. 6)
Controleer of de messen correct gemonteerd zitten vóór u de aan/uit-schakelaar bedient.
Om de schaaf in te schakelen, duwt u op de ontgrendelknop (5) en duwt u de aan/uit-
trekkerschakelaar (4) in.
Wanneer u de aan/uit-trekkerschakelaar loslaat, schakelt de machine uit.
10.2
Vervangen van de aandrijfriem (Fig. 7a, 7b)
Verwijder het riemdeksel (7) door de 3 montagebouten los te schroeven.
Draag handschoenen, draai met één hand traag aan het aandrijfwiel en trek met de
andere hand de riem naar buiten totdat hij van het aandrijfwiel loskomt.
Ga in omgekeerde zin te werk om de riem te plaatsen.
10.3
Schaven
Kies vóór het schaven de gewenste schaafdiepte.
Hou de schaaf vast met één hand aan de schakelaar en de andere hand aan de
instelknop (2).
Plaats de schaafvoet op het te schaven oppervlak. Zorg ervoor dat de messen het
oppervlak niet raken.
Duw krachtig op de instelknop van de schaaf zodat de schaafvoet volledig plat op het
werkstuk staat. Duw de ontgrendelknop in en duw op de trekkerschakelaar. Laat de motor
op volle snelheid komen vóór u begint te schaven.
Schuif de schaaf traag over het werkstuk en blijf een neerwaartse druk uitoefenen om de
schaaf vlak te houden. Wees vooral voorzichtig dat u het gereedschap aan het begin en
het uiteinde van oppervlak van het werkstuk vlak houdt.
OPGELET: Verander de schaafdiepte nooit tijdens het werken om geen oneffenheden op
het geschaafde oppervlak te krijgen.
10.4
Sponningen maken (Fig. 8a & 8b)
Stop de meegeleverde schroef doorheen de opening van het sponningenhulpstuk. Draai
de schroef in de moer op de behuizing.
De snijdiepte kan ingesteld worden van 0 tot 8 mm.
Om de snijdiepte aan te passen, plaatst u de schaafmachine op een vlakke plaat, zet u de
schroef los en schuift u de snijdieptegeleider op en neer volgens de gewenste diepte.
Zet de duimschroef weer volledig vast.
Copyright © 2021 VARO
POWDP4050
P a g i n a
| 9
NL
www.varo.com