Derde uitgave • Zesde druk
Gebruik de platformbediening niet om een platform
vrij te maken dat is vastgeklemd of is blijven
haken, of dat op andere wijze niet normaal kan
bewegen vanwege een aangrenzende constructie.
Al het personeel dient zich niet meer op het
platform te bevinden, voordat geprobeerd wordt het
platform vrij te maken met behulp van de
grondbediening.
Pas geen eindschakelaars aan en schakel ze
ook niet uit.
Bedien de machine niet in sterke wind of bij
windvlagen. Vergroot het oppervlak van het
platform of de lading niet. Als u het oppervlak dat
aan de wind blootgesteld is vergroot, zal de
stabiliteit van de machine afnemen.
Wees zeer voorzichtig en rijd met lage snelheid
als u de machine in de transportstand rijdt over
terrein dat niet vlak is, op puin, op onstabiele of
gladde oppervlakken of bij gaten en op terrein dat
snel daalt.
Laat de machine niet rijden op of nabij terrein dat
niet vlak is, oppervlakken die niet stabiel zijn of in
andere riskante omstandigheden als de zwaaiarm
opgeheven of uitgeschoven is.
Duw u niet af of trek niet in de richting van een
object buiten het platform.
Onderdeelnr. 43630DU
Maximaal toegestane
kracht opzij -
ANSI & CSA
667 N
Maximaal toegestane
kracht opzij -
CE en Australië
400 N
Genie Z-60/34
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Breng geen veranderingen aan in
machineonderdelen of schakel geen
machineonderdelen uit die op een bepaalde manier
invloed hebben op de veiligheid en de stabiliteit.
Vervang geen onderdelen die van invloed zijn op de
stabiliteit van de machine door onderdelen met een
ander gewicht of andere specificaties.
Wijzig of verander geen werkplatform in de lucht.
Montage van houders voor gereedschappen of
andere materialen op het platform, voetborden of
een veiligheidsrailsysteem kan het gewicht op het
platform en het oppervlak van het platform of de
lading vergroten.
Plaats of bevestig geen overhangende ladingen aan
delen van de machine.
Plaats geen ladders of steigers in het platform of
tegen welk deel van deze machine dan ook.
Gebruik de machine niet op een bewegend of
mobiel oppervlak of voertuig.
Zorg dat alle banden in goede staat zijn,
luchtgevulde banden juist zijn opgepompt en
wielmoeren stevig zijn vastgedraaid.
Gebruik de machine niet als kraan.
Duw niet met de zwaaiarm tegen de machine of
tegen andere objecten.
Maak met de zwaaiarm geen contact met nabij
staande constructies.
Bind de zwaaiarm of het platform niet vast aan
nabij liggende constructies.
Plaats ladingen niet buiten de omtrek van het
platform.
Bedieningshandleiding
3