Bedieningshandleiding
Inspecties
1 Kies een gebied uit dat stevig, horizontaal en vrij
van obstakels is.
Grondbediening
2 Draai het contactslot naar grondbediening.
3 Trek de rode noodstopknop uit naar
de stand 'aan'.
Resultaat: De flitslamp (indien aanwezig) moet
gaan knipperen.
4 Start de motor. Zie de sectie
Bedieningsinstructies.
Noodstop testen
5 Druk de rode noodstopknop in de stand 'uit'.
Resultaat: De motor wordt na 2 tot 3 seconden
uitgeschakeld.
6 Trek de rode noodstopknop uit naar de
stand 'aan' en start de motor opnieuw.
Machinefuncties testen
7 Houd de functieschakelaar niet naar
een van beide zijden vast. Probeer
elke arm- en platformfunctietuimel-
schakelaar te activeren.
Resultaat: De arm- en platformfuncties mogen
niet in werking treden.
8 Houd de functieschakelaar naar een van beide
zijden vast en activeer elke arm- en platform-
functietuimelschakelaar.
Resultaat: Alle arm- en platformfuncties dienen
een volledige cyclus te doorlopen. Het daalalarm
dient te klinken terwijl de arm wordt neergelaten.
26
Scheefstandschakelaar testen
9 Draai het contactslot naar
platformbediening. Trek de
rode noodstopknop op de
platformbediening uit naar de
stand 'aan'.
10 Open de draaitafelafdekking
aan de motorzijde en
lokaliseer de
scheefstandschakelaar aan de
rechterzijde van de hydraulische pomp.
11 Druk een kant van de scheefstandschakelaar
omlaag.
Resultaat: Het alarm op het platform moet
klinken.
Hulpvoeding-bedieningselementen testen
12 Draai het contactslot naar grondbediening en
schakel de motor uit.
13 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
'aan'.
14 Houd de hulpvoedingschakelaar
ingeschakeld en activeer
tegelijkertijd elke
armfunctietuimelschakelaar.
Opmerking: Test elke functie
gedurende een gedeeltelijke cyclus om de
accu's te sparen.
Resultaat: Alle armfuncties dienen in werking
te treden.
Z-45/25 • Z-45/25J • Z-51/30J
Vijfde uitgave • Eerste druk
Onderdeelnr. 133540DU