3. Functieregel met functie en parameters
1
Figuur 3 Draaischakelaar en bijbehorende functieregel
Legenda:
1. Geselecteerde test.
2. Geselecteerde test of subtest.
3. Meetbereiken en grenswaarden.
4. Resultaat veld, met daarin het hoofdresultaat en het sub resultaat en de
goed of fout indicatie
5. Spanning en polariteit indicator
6. Berichten veld
3.1 Meetfunctie/subfunctie selecteren
Met de draaischakelaar kunnen de volgende metingen worden geselecteerd:
Aardverspreidingsweerstand
Continuïteit,
Isolatieweerstand,
Aardweerstand
Netimpedantie,
Circuitimpedantie,
RCD test (aardlekschakelaar),
Spanning en frequentie en Fasevolgorde
Autotest,
De naam van de test/subtest wordt standaard op het scherm gemarkeerd in de
functieregel. De subtest kan worden geselecteerd met behulp van de toetsen
en . Dit wordt weergegeven op de functieregel.
3.2 Meetbereiken en limieten instellen
Selecteer met de toetsen en de parameters / limietwaarde die u wilt
bewerken. Met de
worden ingesteld.
Als de meetbereiken zijn ingesteld worden de instellingen behouden tot nieuwe
wijzigingen worden uitgevoerd of de originele instellingen worden teruggehaald.
toets kan de geselecteerde parameter / limietwaarde
13
Functieregel met functie en parameters
1
4
3
2
Rev 001