1 Opmerking De instructies zijn onderdeel van het apparaat. Ze zijn bedoeld voor geautoriseerde personen, te gebruiken volgens de EMC- en laagspanningsrichtlijnen en veiligheidsvoorschriften.De instructies bevatten informatie over de juiste omgang met het product.Lees de instructies voor gebruik zodat u vertrouwd bent met de gebruiksomstandigheden, installatie en werking. Volg de veiligheidsinstructies op.
2 Veiligheidsinstructies • Volg de bedieningsinstructies. • In het geval van veronachtzaming van opmerkingen of normen, met name bij manipulatie en/of aanpassing van het apparaat is elke aansprakelijkheid of garantie uitgesloten. • Het apparaat moet worden geïnstalleerd, aangesloten en in bedrijf worden gesteld door een gekwalificeerde elektromonteur, getraind in beveiligingstechnologie.
► Voor toepassingen in de levensmiddelenindustrie neemt u contact op met uw ifm-vestiging om te controleren of de materialen van de optische veiligheidssensoren geschikt zijn voor de gebruikte chemicaliën. ► Houd u aan het werkingsprincipe van verbreekcontacten voor alle externe veiligheidscircuits die verbonden zijn met het systeem.
M5-draad en geschikte moeren • 1 exemplaar van de bedieningsinstructies voor optische veiligheidssensoren, referentienr. 704555. Wanneer een van de bovenstaande onderdelen ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met een van de ifm-vestigingen. 4 Functies en kenmerken zender (T) ontvanger (R) P = beveiligd gebied;...
5 Werking Het beveiligde gebied (P) wordt gecreëerd tussen de zender en de ontvanger en wordt bepaald door de hoogte beveiligd gebied (H) en de breedte beveiligd gebied (bereik) (I). De hoogte beveiligd gebied is de hoogte die beschermd wordt door het veiligheidslichtscherm/de inloopbeveiliging.
6 Installatie 6.1 Installatie-instructies Aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan, voordat de optische veiligheidssensoren mogen worden geïnstalleerd: • De beveiligingsklasse van de contactloos werkende veiligheidsvoorzieningen (ESPE) moet overeenkomen met de risicobeoordeling van het te bewaken apparaat. • Het beveiligingssysteem biedt een beveiligingsfunctie en is niet nodig voor de werking/bediening van een machine.
Raadpleeg de volgende afbeeldingen voor de correcte installatie van de optische veiligheidssensoren. Correcte installatie Verkeerde installatie 6.2 Berekening van de minimum veiligheidsafstand Er moet een minimum veiligheidsafstand zijn tussen de optische veiligheidssensor en het gevarenpunt. Deze afstand dient ervoor te zorgen dat het gevarenpunt niet bereikbaar is voordat de gevaarlijke toestand van de machine is gestopt.
Pagina 11
► Installeer de optische veiligheidssensor op een afstand die groter is dan of gelijk is aan de minimum veiligheidsafstand (S), zodat de gevarenzone (A) alleen toegankelijk is na volledige stilstand van de gevaarlijke machinebeweging. Conform de Europese norm ISO 13855 moet de volgende formule worden gebruikt voor het berekenen van de minimum veiligheidsafstand (S): S = K (t1 + t2) + C...
6.3 Verticale installatie van de veiligheidslichtschermen/inloopbe- veiligingen 6.3.1 Resoluties van de veiligheidslichtschermen 30 mm en 40 mm Deze ontwerpen zijn geschikt voor toegangsbewaking van handen (handbeveiliging). Ze mogen niet worden gebruikt voor vingerbeveiliging! De minimum veiligheidsafstand (S) wordt bepaald aan de hand van de volgende formule: S = 2000 (t ) + 8 (d - 14)
6.3.2 Veiligheidslichtscherm-resoluties van 50 mm en 90 mm, inloopbeveiligingen 2, 3 en 4 stralen Deze versies zijn geschikt voor toegangsbewaking voor lichamen en lichaamsdelen. Ze mogen niet worden gebruikt voor vinger- of handbeveiliging! De minimum veiligheidsafstand (S) wordt bepaald aan de hand van de volgende formule: S = 1600 (t ) + 850...
6.4 Horizontale installatie van de veiligheidslichtschermen Deze versies zijn geschikt voor primaire bewaking van lichamen of lichaamsdelen. Bij de horizontale installatie moet worden opgemerkt dat de afstand tussen de buitenste grens van de gevarenzone (A) en de buitenste lichtstraal van het veiligheidslichtscherm groter of gelijk moet zijn aan de minimum veiligheidsafstand (S).
► Installeer de zender en de ontvanger met behulp van de meegeleverde bevestigingsaccessoires, zodat ze exact recht tegenover elkaar staan. ► Lijn de zender en de ontvanger dusdanig uit dat ze evenwijdig zijn op dezelfde hoogte en de stekkers in dezelfde richting wijzen. Wanneer rekening moet worden gehouden met trillingen bij de toepassingen, adviseren wij het gebruik van trillingsdempers (leverbaar als accessoire).
6.6 Afstand tot reflecterende oppervlakken Reflecterende oppervlakken dicht bij de optische veiligheidssensoren kunnen de beveiligingsfunctie van het systeem belemmeren. De minimumafstand (D) is afhankelijk van de breedte beveiligd gebied (I) waarbij rekening wordt gehouden met de projectie- en invalshoeken. De minimumafstand (D) tussen de reflecterende oppervlakken en het beveiligde gebied (P) moet in acht worden genomen.
Minimumafstand tot de reflecterende oppervlakken Veiligheidslichtschermen/inloopbeveiligingen type 2 1100 1000 D = minimumafstand in [mm]; I = breedte beveiligd gebied (bereik) [m] Veiligheidslichtschermen/inloopbeveiligingen type 4 1100 1000 D = minimumafstand in [mm]; I = breedte beveiligd gebied (bereik) [m]...
6.7 Meervoudige systemen Het gebruik van meerdere veiligheidslichtschermen/inloopbeveiligingen kan resulteren in een storing en de beschermende werking uitschakelen. De veiligheidslichtschermen/inloopbeveiligingen moeten dusdanig worden geïnstalleerd dat de straal die door de zender van een systeem wordt verzonden, alleen door de bijbehorende ontvanger kan worden gedetecteerd. De volgende belangrijke regels voor de installatie moet in acht worden genomen, om onderlinge storingen van verschillende systemen te voorkomen: Opstelling A...
6.8 Gebruik van hoekspiegels Om gevarenzones met toegang vanaf verschillende zijden te beveiligen en te bewaken, kunnen een of meerdere spiegels worden gebruikt (leverbaar als accessoire). Met behulp van de spiegels kan de door de zender uitgestraalde lichtstraal naar verschillende toegangszijden worden verzonden. ►...
L- (0 V DC) Ingang Bedrijfsspanning Bereik 1 Configuratie breedte beveiligd gebied Functionele aarding Voor informatie over beschikbare ingangen/aansluitstekkers, zie: www.ifm.com → Producten → Accessoires De breedte beveiligd gebied (bereik) die moet worden gebruikt, wordt geconfigureerd via bereik 0 en bereik 1.
– Functionele aarding Voor informatie over beschikbare ingangen/aansluitstekkers, zie: www.ifm.com → Producten → Accessoires Opmerking: Leg de kabels van de optische veiligheidssensoren gescheiden aan van storingsbronnen zoals hoog vermogen kabels. ► Sluit de zender en de ontvanger aan op de functionele aarding.
8 Bedrijfsmodi De verschillende bedrijfsmodi van de veiligheidslichtschermen/inloopbeveiligingen van de OY-serie kunnen worden ingesteld via de betreffende aansluitingen op de 8-polige stekker van de ontvanger. Bedrijfsmodi Aansluitingen pen 4 pen 5 pen 6 Automatisch K1_K2 /herstart SEL_A SEL_B L + L Verbonden met: Verbonden Verbonden...
8.1 Automatisch bedrijf Wanneer de veiligheidslichtschermen/inloopbeveiligingen in de automatische modus worden gebruikt, is een bewaakte start niet mogelijk. De veiligheidslichtschermen/inloopbeveiligingen worden weer automatisch ingeschakeld als het beveiligde gebied vrij is, de uitgangen (OSSD's) zijn geactiveerd. Controleer of dit compatibel is met uw machine. In de automatische modus volgen de uitgangen OSSD1 en OSSD2 de status van de veiligheidslichtschermen/inloopbeveiligingen: Beveiligd gebied vrij...
8.3 Aansluiting van externe contactgevers K1 en K2 Externe contactgevers kunnen in de automatische of handmatige bedrijfsmodus worden geïntegreerd. De contactgevers moeten in serie worden aangesloten tussen de voedingsspanning en pen 4 van de ontvanger (→ 8 Bedrijfsmodi / tabel, afb.
10 Bedrijf 10.1 Schakeltoestand van de uitgangen De veiligheidslichtschermen/inloopbeveiligingen beschikken over twee uitgangen (OSSD's) op de ontvanger; de status is afhankelijk van de toestand van het beveiligde gebied. Alle kortsluitingen tussen de uitgangen of tussen een uitgang en de voedingsbron (24 V DC of 0 V DC) worden door de veiligheidslichtschermen/inloopbeveiligingen gedetecteerd als een storing.
Voor meer informatie over beschikbare teststangen, zie: www.ifm.com → Producten → Accessoires. ► Beweeg het testobject in het beveiligde gebied en beweeg het iets omlaag. Eerst in het midden, vervolgens dichter bij de zender en de ontvanger.
Raadpleeg de opmerkingen over de installatie van de veiligheidslichtschermen/inloopbeveiligingen → 14 Onderhoud, reparatie en afvoer. Opmerkingen over de installatie → 16.1 Controlelijst. 11 Maatschets 11.1 veiligheidslichtscherm 14,5 10,5 M12x1 zender 1: LED 3 kleuren (rood/groen/oranje) ontvanger 2: LED (geel) totale lengte* 3: LED 2 kleuren (rood/groen)
12 Technische gegevens 12.1 Veiligheidslichtschermen/inloopbeveiligingen type 2 Voldoet aan de eisen van: Type 2 IEC 61496-1, SILcl 1 IEC 62061, ISO 13849-1:2015 categorie 2 PL c Elektrisch ontwerp DC / PNP Bedrijfsspanning 24 DC (19.2…28.8) Stroomopname Zender [mA] 42 Ontvanger [mA] 83 Uitgangen (OSSD's) 2 x PNP...
12.2 Veiligheidslichtschermen/inloopbeveiligingen type 4 Voldoet aan de eisen van: Type 4 IEC 61496-1, SILcl 3 IEC 62061, ISO 13849-1:2015 categorie 4 PL e Elektrisch ontwerp DC / PNP Bedrijfsspanning 24 DC (19.2…28.8) Stroomopname Zender [mA] 42 Ontvanger [mA] 83 Uitgangen (OSSD's) 2 x PNP Max.
5 achtereenvolgende Storing Controleer de aansluitingen. pulsen OSSD-uitgangen Wanneer het defect aanhoudt, stuurt u het apparaat naar de ifm- vestiging voor reparatie. rood 6/7/8 Interne storing Stuur apparaat naar ifm-vestiging achtereenvolgende voor reparatie. pulsen...
14 Onderhoud, reparatie en afvoer • Voer onderhoud aan de optische beveiligingsapparatuur uit conform de geldende landelijke richtlijnen in overeenstemming met de opgegeven intervallen. De tests moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. • Wij adviseren het frontvenster van zender en ontvanger regelmatig te reinigen. •...
Veiligheidsintegratieniveau SIL 1-4 tot IEC 61508. Hoe hoger het SIL des te lager de kans dat een beveiligingsfunctie niet werkt. Veiligheidsintegratieniveau (conform IEC 62061) claim limit Missietijd Technische gegevens en verdere informatie op www.ifm.com...
16 Aanhangsel 16.1 Controlelijst Deze controlelijst dient als hulp voor het instellen van de veiligheidslichtschermen/ inloopbeveiligingen. De eisen in deze controlelijst moeten worden nagekomen, zijn echter afhankelijk van de toepassing en de richtlijnen/normen die daarvoor gelden. 1. Is voldaan aan de richtlijnen/normen die gelden voor de veiligheid van de machine? 2.