3.
ALGEMEEN EN PERIODIEK ONDERHOUD
3.1
Onderhoudsvoorschriften
•
Als er schade optreedt omdat geen tijdig onderhoud is gepleegd, dan kan er geen aanspraak worden gemaakt
op de garantiebepalingen.
•
De tractormotor mag niet meer draaien als enig onderhoud gepleegd wordt.
•
Werk nooit onder de machine als deze op zachte en/of losse grond staat.
•
Zorg er altijd voor dat de wielen geblokkeerd zijn middels de handrem (en met gekoppelde rempedalen!).
•
Overbrug de veiligheidsbedieningen niet en raadpleeg de dealer als de veiligheidsbedieningen slecht werken.
•
Begeef u nooit onder de door de hefinrichting geheven machine.
•
Maak de smeernippels goed schoon voordat u begint met doorsmeren.
•
Houd de machinecombinatie vrij van losse materialen.
Dagelijkse controle
•
Controleer de werking van de doorvoerstop, doorvoerstart en
de doorvoerterugloop en stel indien nodig de stanglengtes bij.
•
Controleer of er ophopingen van snippers aanwezig zijn. Zo
nodig verwijderen.
•
Controleer op eventuele beschadigingen. Elke schade dient
gemeld te worden. In overleg wordt vastgesteld welke
maatregelen noodzakelijk zijn.
Controle na eerste 10 uren
•
Riemspanningen controleren: 10 mm ruimte.
•
Alle smeernippels nalopen met de vetspuit: 6x en cardan 2x.
Pagina 12/26
HOUTVERSNIPPERAAR | Gebruikershandleiding
December 2020