Inhoudsopgave
Advertenties
Beluchtingstips
Sproeien voor het beluchten
De beste beluchtingsconditie is zachte, vochtige grond.
Wanneer u onzeker bent over de grondcondities, zoals bij
aarde met een hoog kleigehalte, kunt u een test uitvoeren
om te bepalen of u voor het beluchten moet sproeien.
Steek een tuinschep of een grote schroevendraaier in de
grond. U moet het gereedschap zonder al te veel moeite
5-7,5 cm in de grond kunnen steken. Als dit niet mogelijk is,
moet u het gazon één dag van tevoren sproeien.
Afneembare gewichten gebruiken
De grondcondities bepalen of extra machinegewicht nodig is
voor een effectieve beluchting. De gewichten dienen om een
betere controle te geven en een betere tandpenetratie.
Beluchten
1. Start de motor en geef zoveel gas dat u een prettig
wandeltempo kunt aanhouden en altijd de controle over
de machine behoudt.
2. Stel de diepte-instelknop in op de gewenste diepte.
De beluchtingsdiepte neemt af wanneer u de knop
met de wijzers van de klok mee draait. NB Wanneer
u de achterwielen helemaal omhoog haalt om een
maximale beluchtingsdiepte te verkrijgen, neemt de
beluchtingsdiepte toe terwijl de stabiliteit van de machine
afneemt.
3. Duw de bedieningshendel van het achterwiel omlaag
om de beluchtingstanden in de grond te laten zakken
(achterwielen komen omhoog).
4. Duw de handgreepbeugel omlaag voor een betere
tandpenetratie en een beter stuurvermogen (voorwiel
komt omhoog).
5. Schakel de koppelingshendel in.
6. Om te stoppen laat u de koppelingshendel los.
BEDIENING
LET OP!
Rijd NOOIT over harde voorwerpen
of oppervlakken (trottoirs, oprijlanen,
stapstenen) heen terwijl de tanden zijn
neergelaten.
Diepte-instelknop instellen
1
1. Bedieningshendel achterwiel
2. Koppelingshendel
Bedieningselementen beluchtingsmachine
2
8060-008
8060-006
11
Advertenties
Inhoudsopgave
