Bediening
Modules (powermanagement)
46
Vergrendeling/ kinderbeveiliging
Door de vergrendeling kunnen de bediening en een instelling (bijv. kookstand
4) worden geblokkeerd.
De kookzones zijn in groepen samengevat (zie afb.) en kunnen samen wor-
den vergrendeld (zie symbool
De geactiveerde vergrendeling blijft ook behouden als de kookplaat uitge-
schakeld is! Op die manier dient de vergrendeling ook als kinderbeveiliging
om de kookplaat tegen al dan niet gewenste bediening te blokkeren.
Inschakelen
1. Gelijktijdig op de plus-toets
drukken tot het symbool
geblokkeerd. Zodra op een toets wordt gedrukt, verschijnt het symbool
weer om aan de vergrendeling te herinneren.
Uitschakelen
2. Gelijktijdig op de plus-toets
drukken tot het symbool
Noot:
• Uitschakelen met de Aan/Uit-toets
actief is. De vergrendeling blijft behouden.
Powerstand (P)
De powerstand stelt extra vermogen voor de inductiekookzones ter beschik-
king. Een grote hoeveelheid water kan snel aan de kook worden gebracht.
1. De kookzone moet ingeschakeld zijn.
2. Vervolgens één keer op de power-toets
te activeren. In de kookstandweergave verschijnt een
3. Om de powerstand uit te schakelen, op de min-toets
toets
drukken.
Powermanagement
Telkens twee kookzones zijn – om technische redenen – tot een module
gecombineerd en beschikken over een maximaal vermogen.
Als deze vermogensgrens bij het inschakelen van een hoge kookstand of de
powerfunctie wordt overschreden, reduceert het powermanagement de kook-
stand van de bijbehorende module-kookzone.
Dat wordt in de weergave van de overeenkomstige kookzone aangetoond.
).
en min-toets
met het symbool
wordt aangetoond. De kookzones zijn
en min-toets
met het symbool
verdwijnt. De kookzones zijn weer vrij.
is mogelijk als de vergrendeling
drukken om de powerstand
NL
(booster).
of de Aan/Uit-