7. Onderhoud
7.1 Algemeen onderhoud
Preventief onderhoud kan door de gebruiker worden uitgevoerd.
Aanbevolen onderhoudsperioden zijn:
• 3 maanden – intensief gebruik
• 6 maanden – normaal gebruik
• 12 maanden – infrequent gebruik.
De frequentie voor het smeren hangt af van factoren die alleen
de gebruiker zelf kent. Een van deze factoren is de mate van
verontreiniging in de werkruimte. Momentsleutels die in een
schone ruimte worden gebruikt, hebben minder onderhoud nodig
dan sleutels die buiten worden gebruikt en misschien soms op de
grond vallen.
1.
Wanneer het tijd is voor een smeerbeurt, smeer dan alle
bewegende delen.
2.
Voor de aandrijfpal en de precisiepal worden veren gebruikt.
Zo nodig kunnen deze veren worden vervangen.
3.
Als de plunjer gedemonteerd moet worden, is het aan
te raden om dan meteen ook de plunjerafdichtingen te
vervangen. Er zijn afdichtingssets leverbaar.
4.
Alle slangen moeten vóór en na elke klus worden
gecontroleerd op barstjes en lekkage. Hydraulische fittingen
kunnen door stof verontreinigd of verstopt raken en moeten
periodiek worden doorgespoeld.
5.
De fittingen moeten altijd goed schoon worden gehouden
en mogen nooit over de grond slepen, omdat zelfs kleine
vuildeeltjes al schade aan de inwendige kleppen kunnen
veroorzaken.
6.
Alle structurele onderdelen van het gereedschap moeten ten
minste één keer per jaar worden gecontroleerd op barsten,
splinters of vervormingen.
7.
Na
gebruik
van
omstandigheden moet een niet-destructieve test verricht
worden.
Volledig onderhoud mag uitsluitend door een erkend Enerpac
servicecenter of een ervaren en gekwalificeerde technicus worden
uitgevoerd.
L4478_c
het
gereedschap
onder
7.2 Preventief onderhoud
1.
Controleer of de bouten van de koppelingsset (12) en de
eindkap van de aandrijfeenheid (10) goed vast zitten.
2.
Breng de momentsleutel onder een druk van 690 bar
(uitlopen én intrekken) en controleer of er tekenen van
lekkage zijn.
3.
Laat de druk ontsnappen en ontkoppel de hydraulische
slangen.
4.
Reinig alle blootliggende onderdelen met een neutraal
schoonmaakmiddel.
7.3 Volledig onderhoud
7.3.1 Hydraulische koppelingsset
Demontage van koppelingsstang en montage van
koppelingsset (figuur 17 en 18)
• Verwijder de seegerring (A) van het uiteinde van de
koppelingsstang (E).
• Gebruik een platte schroevendraaier om de koppelingsset
(B) voorzichtig los te maken van de koppelingsstang (E).
• Verwijder de O-ring (D) van de koppelingsstang (E).
• Verwijder de inbusbouten (C) en de koppelingsstang (E).
• Verwijder de O-ringen (F) van de oliepoorten van de
koppelingsstang.
• Plaats de koppelingsset in een bankschroef met zachte
klemmen. Verwijder de hydraulische koppelingen (B1, B2
en B3) uit de koppelingsset (B).
Hydraulische zwenkkoppeling en koppelingsstang monteren
en installeren
zware
Hydraulische fittingen:
OPMERKING
Indien ze verwijderd waren, monteert u de
koppelingen (B1 en B3) en het verloopstuk (B2) voordat u de
zwenkkoppeling (B) op de koppelingsstang (E) plaatst. Gebruik
een bankschroef met zachte bekken om de zwenkkoppeling vast
te houden tijdens het monteren de koppelingen en het verloopstuk.
• Breng Loctite 577 afdichtmiddel aan op de schroefdraad
van de vrouwelijke koppeling (B3) en het verloopstuk (B2).
Zie de figuren voor de juiste smeerpunten.
• Draai de koppelingen (B1 en B3) en het verloopstuk (B2)
met de hand handvast aan. Gebruik vervolgens een sleutel
om deze onderdelen nog 2 of 3 slagen voorbij handvast aan
te draaien.
OPMERKING
Geef het afdichtmiddel voldoende tijd om te
drogen. Wacht minimaal 3 uur bij een omgevingstemperatuur
tussen 20°C en 40°C, of wacht minimaal 6 uur bij een temperatuur
tussen 5°C en 20°C vóórdat u de momentsleutel weer onder druk
brengt.
19