Ieder keer als u de motor moet starten moet u altijd het volgende nauwkeurig controleren:
•
Controleer het oliepeil van de motor:
LET OP: DE NIEUWE MACHINE HEEFT GEEN OLIE IN DE MOTOR!
Vul de tank met olie tot aan het aangegeven peil op de schaalverdeling.
LEES DE GEBRUIKS- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING MET NAME HET HOOFDSTUK "VOOR HET STARTEN VAN DE
MOTOR"
•
Start de motor altijd in een open ruimte.
Koppelingshendel met veiligheidsvoorziening (Afbeelding 6b)
•
Hendel ("A") uitgetrokken: om de hendel te bedienen ontgrendel veiligheidsvoorziening ("B"), de koppeling is
geactiveerd (De machine gaat naar voren of achteren, afhankelijk van de versnelling).
•
Hendel ("A") losgelaten: koppeling gedeactiveerd (de machine stopt).
1. Activeer de starthendel (Afbeelding 5 Ref. "A")
2. Zet de gasbediening op "MAX" (Afbeelding 6 Ref. "B"). De schakelaar moet op "AAN" staan (Afbeelding 6a
Ref. "A").
3. De koppelingshendel (Afbeelding 6b Ref. "A") moet zijn gedeactiveerd.
4. Trek langzaam aan het startkoord via het handvat (Afbeelding 5 Ref. "B") totdat u enige weerstand voelt en trekt
hier dan krachtig aan. Laat het koord niet uit zichzelf teruggaan naar de startpositie, begeleid dit altijd.
5. Als de motor loopt, zet de starthendel in de startpositie en zet de gasbediening in het midden (Afbeelding 6a Ref.
"B")
6. Om de motor af te zetten zet de schakellaar op "UIT" (Afbeelding 6a Ref "A").
7. STARTEN EN STOPPEN VAN DE MACHINE
14
BL 6000