F: De richting van de kracht, of de afgeleide ervan op de arm
P: Indringrichting van de beitel
A: Afsteunpunt waar breuk kan ontstaan
Voor het meest efficiënt slopen dienen krachtrichtingen (F) en (P) in het verlengde te liggen van de beitel.
Wanneer dit niet het geval is, zal de energie het buigend moment op A vergroten zodat de volgende problemen
ontstaan:
1) Voortijdige slijtage van de beitelbussen en breuk van beitel
2) Breuk van hamerbouten
3) Breuk van kastbouten
Als de beitel buigt of de werkhoek verkeerd is zal de hamer een ander geluid maken.
Zorg ervoor dat de uitgeoefende kracht op de
hamer in dezelfde richting drukt als de beitel.
Gebruik de boomcilinders om druk op de hamer
te zetten. Gebruik de bak- en armcilinder voor
het in lijn brengen. Zorg dat de beitellijn raakt
aan de denkbeeldige boog van de hamer, zie
tekening.
×
Beitellijn
raakt boog
13
Boog van de hamer