Studiomonitor-problemen oplossen
Indien u problemen ondervindt met uw studiomonitoren, raadpleeg dan eerst deze troubleshooting-sectie
voor mogelijke oplossingen. Wanneer de hieronder getoonde suggesties uw probleem niet oplossen,
contacteer dan uw dealer voor meer informatie en/of hulp.
Deze troubleshooting-sectie bevat de meest frequent voorkomende problemen en is geen complete lijst met
alle mogelijke fouten, defecten en oplossingen. Deze sectie omvat onderwerpen die gebaseerd zijn op
studiomonitoren. Het is zodoende mogelijk dat niet alle genoemde problemen, oorzaken en oplossingen op
uw situatie van toepassing zijn omdat productdetails kunnen verschillen.
Probleem
Monitoren kunnen niet
ingeschakeld worden
Geluid is zacht
Bepaalde frequenties
worden te veel of te weinig
weergegeven
Duidelijke ruis hoorbaar
De informatie in deze gebruiksaanwijzing kan gewijzigd worden zonder verdere notificatie.
Versie: 1.0
Aanmaakdatum en initialen auteur: 21-07-2020 RV
Mogelijke oorzaak
Kabels niet of niet goed
verbonden
Stopcontact niet actief
Zekering defect
Outputvolume van de bron te
laag
Gainregelaar staat te laag
ingesteld
Luidsprekerplaatsing niet
optimaal
Aanwezigheid EQ of
geluidsvervormer
Gebruik van onafgeschermde
kabels
Te hoge gain en te zwak
signaal
Oplossing
Controleer of de aansluitkabels goed
verbonden zijn tussen de monitoren en het
stopcontact
Controleer of het stopcontact ingeschakeld
is, indien de monitoren op een stekkerblok
met schakelaar of een geschakeld
stopcontact aangesloten zijn.
Controleer de zekering die bij de
stroomaansluiting van de monitor zit. Is
deze doorgebrand, vervang deze dan door
een exemplaar van hetzelfde type.
Controleer of het volume van het
bronapparaat verhoogd kan worden. Het
zou niet nodig moeten zijn om de
gainregelaars op de monitor volledig open
te draaien om geluid te krijgen op een
acceptabel niveau. Mocht dit niet mogelijk
zijn, gebruik dan een goede audio interface
of preamp.
Probeer de gainregelaar van de monitor iets
verder op te draaien.
Controleer en experimenteer met de
speakerplaatsing. Het kan zijn dat bij
bepaalde positionering bepaalde
frequenties worden uitgedoofd of versterkt
worden.
Sommige computers hebben ingebouwde
geluidsregelaars met equalizers of
bepaalde geluidspresets. Zet deze altijd op
een neutraal niveau zodat deze geen
invloed hebben op het geluid.
Het kan zijn dat bij gebruik van
ongebalanceerde kabels meer bijgeluiden
ontstaan. Probeer zoveel mogelijk
gebalanceerde kabels te gebruiken. Mocht
dit geen optie zijn, gebruik dan direct na de
output een DI box om het signaal toch te
balanceren en gebruik vanaf daar TRS of
3p XLR kabels.
Het is mogelijk dat er ruis in het bronsignaal
zit, die relatief hard is ten opzichte van het
audiosignaal. Indien dit zacht uitgestuurd en
vervolgens flink versterkt wordt, wordt ook
de ruis meeversterkt.
Zorg voor een goede kwaliteit bronsignaal
Revisiedatum en initialen auteur: -