ѪThr.
Met behulp van het Input menu kunnen we specifieke eigenschappen aan een bedien element
toekennen.
Voorbeelden van zulke eigenschappen zijn. Dual Rate, differentiaal, Exponentieel
Instellingen in het Input Menu
Input Name
Met de parameter Input Name geeft u de Input een specifieke naam. Dit is een korte aanduiding die
u later in het mixer menu kan selecteren als een Source. Let er dus op dat u een logische benaming
gebruikt. Deze name kan maximaal 4 karakters lang zijn
Line Name
Onder line name kunt u een naam ingeven die wordt weergegeven in het Input Menu. Deze naam
komt verder niet in de volgende menu's terug en dient er voor om een betere omschrijving te geven
van de Input. Deze naam kan maximaal 8 karakters lang zijn.
Source
Onder Input kiest u welk bedienelement u van specifieke eigenschappen wilt voorzien.
Weight
Met Weight stelt u het maximale bereik van het bedienelement in. Als u het volledige bereik van het
bedienelement wilt gebruiken stelt u dit in op 100. Door deze waarde in te stellen op een negatieve
waarde kunt u de bewegingsrichting van deze Input omdraaien. Let op dit niet gebruiken om de
servo draairichting om te draaien, dat doet u beter in het OUTPUT Menu
Offset
Met de offset kunt u het middelpunt van de Input verplaatsen. Normaal besproken is het bereik van
een stick -100, 0 , 100. Door het wijzigen van de offset veranderen alle drie deze waarden. Een
Offset van -20 geeft bijvoorbeeld de waarden. -120, -20 en 80
Curve
Met de functie Curve kunt u de stick karakteristiek aanpassen. Er zijn twee voorgeprogrammeerde
karakters, Expo, en Diff.
Met Expo kunt u een stick karakteristiek programmeren die exponentieel verloopt. Dit geeft een
kleinere servo uitslag rond het middelpunt van de stick en een grotere uitslag van de servo in het
uiterste bereik. Hierdoor verkrijgt u een gevoeligere stuurinput rond het middelpunt, terwijl u toch
het volledige servo bereik behoudt.
35