W
ERKINGSBEREIK
(Raadpleeg afbeelding 11)
Bij werking buiten de volgende condities kunnen beveiligingen in
werking worden gesteld, waardoor de airconditioner kan stilvallen of
de binnenunit condens kan afgeven.
Het temperatuurbereik van de afstandsbediening ligt tussen 16°C
en 32°C.
(DB=droge bol, WB=natte bol,
° C
=binnen,
=buiten,
W
ERKINGSPROCEDURE
Als een functie die niet beschikbaar is wordt
geselecteerd, verschijnt de melding NOT AVAILABLE.
De bedieningsprocedure verschilt tussen het model
met warmtepomp en het model met directe koeling.
Neem contact op met uw Daikin-dealer om het
systeemmodel te bevestigen.
Schakel de hoofdvoeding 6 uur voor de inwerking-
stelling in om de unit te beschermen.
Als de hoofdvoeding tijdens de werking wordt
uitgeschakeld zal de unit automatisch herstarten
nadat de voeding terug is ingeschakeld.
Voorzorgsmaatregelen bij groepsbesturing of besturing
met twee afstandsbedieningen
Behalve individuele besturing (één afstandsbediening bestuurt één
binnenunit), biedt dit systeem nog twee andere besturingssystemen.
Controleer het volgende als uw unit met één van die besturings-
systemen is uitgerust:
Groepsbesturing
Eén afstandsbediening bestuurt tot 16 binnenunits.
Alle binnenunits krijgen dezelfde instelling.
Besturing met twee afstandsbedieningen
Eén binnenunit met twee afstandsbedieningen (in geval van
groepsbesturingssysteem, één groep binnenunits). De unit
wordt individueel bestuurd.
LET OP
Raadpleeg uw verdeler van Daikin-producten als u de
combinatie of instelling van groepsbesturing en
besturing met twee afstandsbedieningen wenst te
wijzigen.
O
PTIMALE WERKING
Neem volgende voorzorgsmaatregelen in acht om voor een optimale
werking van het systeem te zorgen.
Stel de luchtuitlaat zodanig in dat de lucht niet rechtstreeks
inblaast op de aanwezige personen.
Pas de kamertemperatuur aan zodat u een aangename
omgeving creëert. Voorkom overmatig koelen of verwarmen.
Zorg ervoor dat de kamer bij het koelen niet wordt blootgesteld
aan direct zonlicht met behulp van gordijnen of rolluiken.
De deuren en ramen moeten gesloten blijven. Als de ramen en
deuren openblijven zal er lucht uit de kamer wegvloeien en het
koel- en verwarmingseffect verminderen.
Nooit voorwerpen in de buurt van de luchtinlaat en de
luchtuitlaat van de unit plaatsen. Dat kan een efficiënte werking
aantasten of de werking doen stoppen.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
7
=koeling,
=verwarming,
=temperatuur,
=vochtigheid)
Schakel de hoofdvoeding uit als u het systeem langere tijd niet
zal gebruiken. Zolang de schakelaar is ingeschakeld zal het
systeem elektriciteit verbruiken. Schakel daarom de hoofd-
voeding uit om energie te besparen. Schakel de hoofdvoeding
weer in 6 uur vooraleer het systeem weer in werking te stellen,
dit om een vlotte werking te verzekeren. (Raadpleeg
"Onderhoud" op pagina
8.)
Als "
" (TIJD OM HET LUCHTFILTER TE REINIGEN)
verschijnt op het display moet een gekwalificeerd service-
technicus de luchtfilters reinigen. (Raadpleeg
pagina
8.)
G
EEN SLECHTE WERKING VAN DE
AIRCONDITIONER
Volgende symptomen duiden op een probleem met de airconditioner.
Het systeem functioneert niet
Het systeem start niet onmiddellijk opnieuw nadat de AAN/UIT-
toets is ingedrukt.
Als het WERKINGslampje oplicht staat het systeem in normale
werking.
Het systeem herstart niet meteen omdat één van de
beveiligingen in werking is gesteld om overbelasting van het
systeem te voorkomen.
Het systeem zal na drie minuten automatisch herstarten.
Het systeem herstart niet meteen als de toets voor
TEMPERATUURINSTELLING terug op de vroegere instelling
wordt ingesteld.
Het systeem herstart niet meteen omdat één van de
beveiligingen in werking is gesteld om overbelasting van het
systeem te voorkomen.
Het systeem zal na drie minuten automatisch herstarten.
Het systeem start niet als "
BESTURING) op het scherm staat. Na het indrukken van de
werkingstoets knippert het scherm een paar seconden lang.
Dit betekent dat het systeem wordt bestuurd of uitgeschakeld
door een andere besturing met hogere prioriteit.
Als het scherm knippert betekent dit dat het systeem niet door
deze binnenunit kan worden bestuurd.
Het systeem start niet meteen nadat de voeding is
ingeschakeld.
Wacht een minuut totdat de microcomputer werkingsklaar is.
Uit het toestel komt witte rook
Wanneer de vochtigheid hoog is tijdens koeling. (Op vette of
stoffige plaatsen)
Indien de binnenkant van een binnenunit bijzonder vervuild is,
wordt de temperatuurverspreiding in een kamer ongelijk. Het is
nodig de binnenkant van de binnenunit te reinigen. Raadpleeg
uw verdeler van Daikin-producten voor nadere details over het
reinigen van de unit. Dit is immers het werk van een bekwaam
servicetechnicus.
Wanneer
het
systeem
VERWARMWERKING wordt geschakeld.
Het vocht dat bij ONTDOOIEN (ontdooien werd gecreëerd,
wordt in stoom omgezet en komt vrij.
De airconditioners maken lawaai
Er is een constant sissend geluid hoorbaar als het systeem
KOELT of ONTDOOIT.
Dit is het geluid van het koelgas dat door zowel de binnen- als
buitenunits stroomt.
Er is een sissend geluid hoorbaar bij het starten of meteen na
het stoppen van de werking of het ontdooien.
Dit is het geluid van koelmiddel, veroorzaakt door het stoppen
en veranderen van de stroom.
Er is een piepgeluid te horen wanneer het systeem in bedrijf is
of nadat het systeem is gestopt.
Dit geluid wordt veroorzaakt door het uitzetten en inkrimpen van
plastic onderdelen.
"Onderhoud" op
" (SYMBOOL EXTERNE
na
ONTDOOIWERKING
FDEQ71~125B8V3B
Split-systeem airconditioners
4PW23693-1B
in