8 OPMETEN MUURGEDRAGEN ZADELDAK
8.1 Bepalen van de afmetingen
De nok van het zadeldak moet minstens tegen 1 muur aangebouwd worden.
Bepaal het hoogteverschil H.
Het hoogteverschil H is het verschil tussen de onderzijde van het muurprofiel MB en het ondervlak van de gootcombinatie.
Het aanslaglipje voor het raam wordt niet meegerekend. De hoogte H moet gelijk zijn voor het linker en het rechter deel.
De hoogte h' is afhankelijk van de dikte van de beglazing en de hellingshoek waarbij 1 of meerdere thermische
onderbrekingen Y16P moeten ingeschoven worden.
Plaatdikte mm
Helling °
Aantal Y16P
Hoogte h' mm
Bepaal de diepte (zie 8.1, fig. 1)
Om de diepte D van het dak te bepalen, meet je de afstand tussen de steunpalen P. Bij een asymmetrisch zadeldak kan
de diepte links DL verschillen van de diepte rechts DR. De maximale diepte D bedraagt 6 m. De extra diepte van de goot
bedraagt 2x 219 mm.
Bepaal de breedte B (zie 8.1, fig. 1)
De breedte B van de Climax is de afstand tussen de muur en de buitenzijde van de zijdrager. Indien het Climax-zadeldak
tussen twee muren geplaatst wordt en je werkt met een goot waar de gootsluitstukken opgeschroefd worden, trek je van de
breedte B 5 mm per zijde af. Dit omdat de schroeven van het gootsluitstuk extra breedte nemen en wat speling aangeraden
is.
Aan de hand van deze afmetingen kunt u nu alle overige maten uitrekenen met behulp van het rekenprogramma Climafast
dat u gratis ter beschikking wordt gesteld door Skylux. Daarin wordt met alle uitzonderingen rekening gehouden. De
correcte zaaglengtes worden gegeven en enkel de juiste combinaties worden voorgesteld. De afmetingenlijst voor het
verzagen wordt steeds met de goederen meegeleverd.
20/68
N_MH_Montagehandleiding_Skylux_Climax_Panorama
Aantal Y16P in functie van plaatdikte en hellingshoek
0-16
5-35
36-45
5-20
1
2
1
156 + 8 172 + 8 156 + 8 172 + 8 188 + 8 204 + 8 172 + 8 188 + 8 204 + 8
17-25
21-35
36-40
41-45
2
3
4
26-34
5-30
31-40
41-45
2
3
4
01/03/2022