Opties van de MODE knop
De MODE knop wordt gebruikt voor het regelen van het stralingsvermogen, het kiezen van de
meeteenheid, de MAX-MIN functie, de testvergrendelingsfunctie en het hoog-/laagalarm.
1. Druk op de trigger en laat deze dan los.
2. Terwijl HOLD op het display wordt weergegeven, druk op de MODE knop om de
programmeringsmodus te openen en om de volgende functies te doorlopen en te
configureren. Een knipperend symbool geeft aan dat de functie geselecteerd is.
E
= (Stralingsvermogenwaarde)
▲
▼
Druk op de
of
knop om de stralingsvermogenwaarde van 0,10 tot 1,00 te wijzigen.
C/F (Meeteenheid)
Druk op de ▲ of ▼ knop om de meeteenheid te selecteren.
MAX-MIN (geheugen voor hoogste en laagste meting)
Druk op de ▲ of ▼ knop om de MIN of MAX weergave te kiezen.
(Vergrendelingsmodus aan/uit)
Druk op de ▲ of ▼ knop om de vergrendeling AAN of UIT te zetten.
(Hoogalarm aan/uit)
Druk op de ▲ of ▼ knop om het hoogalarm AAN of UIT te zetten.
(Instelling hoogalarm)
Druk op de ▲ of ▼ knop om de grenswaarde van het hoogalarm in het hoofddisplay
in te stellen.
(Laagalarm aan/uit)
Druk op de ▲ of ▼ knop om het laagalarm AAN of UIT te zetten.
(Instelling laagalarm)
Druk op de ▲ of ▼ knop om de grenswaarde van het laagalarm in het hoofddisplay in te stellen.
Regeling van het stralingsvermogen
Een regelbaar stralingsvermogen zorgt voor nauwkeurige metingen op verschillende
oppervlakkleuren, texturen, reflectiviteit en afwerkingen. Het onderwerp stralingsvermogen
wordt uitgebreid besproken in een verdere paragraaf binnen deze handleiding.
Temperatuureenheden
De temperatuureenheid kan in de programmeringsmodus worden ingesteld op °F of °C
met behulp van de ▲ of ▼knop.
MAX (maximum) en MIN (minimum) temperatuurweergave
De hoogste (MAX) of de laagste (MIN) waargenomen meting tijdens een meetbeurt wordt
in de linkerbenedenhoek van de LCD weergegeven. Kies MIN of MAX in de
programmeringsmodus met behulp van de ▲ of ▼ knop.
Vergrendelingsfunctie
De VERGRENDELING functie deactiveert, indien geselecteerd, de automatische
uitschakeling voor de duur van het gebruik. Deze functie is nuttig voor lange
temperatuurmetingen en handenvrij gebruik. De meter keert terug naar de automatische
uitschakeling als de trigger wordt ingedrukt tijdens een vergrendelde meting.
Hoog- en laagalarm functie
De meter heeft een programmeerbare hoog- en laagalarmfunctie. Wanneer één van beide
alarmpunten wordt bereikt, zal de meter de gebruiker hiervan op de hoogte stellen via een
geluidssignaal en een knipperend LCD displaysymbool. De alarmgrens is ingesteld en de
functie wordt geactiveerd/gedeactiveerd in de programmeringsmodus. De instelling wordt
opgeslagen in het geheugen en wordt als de AAN status behouden totdat deze wordt gewijzigd.
5
42510A-EU-NL-V3.3-9/10