5
Plaats het toestel NIET te
dicht naast gordijnen wand
of andere brandbare stoffen,
dit kan tot brand leiden.
De volgende minimale afstanden
moeten worden vrij gehouden
50cm aan de zijkant van het
toestel, 100 cm aan de voorkant
van het toestel. Plaats het toestel
ALTIJD met de voorkant naar het
centrum van de kamer. Het toestel
moet altijd op een vlakke
ondergrond staan.
Zie onderstaande tekening
instructie
6.
Als een gaslek wordt vermoedt,
draai de gaskraan op de gasfles
dicht, NIET de gasdrukregelaar
demonteren. Controleer alle
gas verbindingen.
-
Draai langzaam de gaskraan
op de gasfles weer open en
borstel met een water/zeep
mengels Mengverhouding 1 :
1) (of een vloeibaar gaslek
detector) de verbindingen af.
7.
Als er bubbels worden
waargenomen en het lek is
gevonden, sluit de gaskraan
opnieuw.
Gebruik het toestel NIET meer
tot dat een gekwalificeerde
installateur het toestel heeft
nagezien en de gas
verbindingen gasdicht zijn. Of
neem contact op met de
leverancier.