Inhoudsopgave
Advertenties
• Verbind de draden met de juiste kabelconnectoren en gebruik
hiervoor geen isolatieband.
• De ontvanger moet worden bevestigd met twee bouten (M5).
• Neem altijd de geldende veiligheidsvoorschriften in acht.
4. VERBINDEN VAN DE KABEL
Schakel de voedingsspanning uit voor de aansluiting van
de kabel, om een elektrische schok, een storing of brand
Lees ook de handleiding van de apparaten, die u op de ont-
vanger aansluit en volg hun veiligheidsinstructies op.
De volgende activiteiten mogen principieel alleen door elektriciens
zelfstandig, door andere personen alleen onder leiding en toezicht
van elektriciens worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING
Let erop, dat de voedingsspanning correct op de ontvanger is aanges-
loten. Bij het inschakelen van de voedingsspanning stroomvoorzie-
ning leidt verwisselen van de aderen (rood / zwart) er onvermijdelijk
toe, dat alle uitgangen van de ontvanger onder spanning staan en
het daardoor tot ongecontroleerde en gevaarlijke toestanden komt!
Gebruik de ontvanger alleen in het spanningsbereik van 9 tot 36 volt
(DC). De belasting van het gehele systeem mag de maximale totale
stroom van 10 ampère niet overschrijden.
Zorg voor een extra bescherming van de voedingsspanning!
12
VOORZICHTIG
te vermijden.
OPMERKING
1. Verbinden het losse einde van de zwarte ader van de ontvanger-
kabel met massa (0 Vdc).
2. Verbind de losse einden van de grijze aderen (1 – 8; uitgangen
1 – 8) van de ontvangerkabel met het betreffende appa-
raat / component, dat u wilt besturen.
BELANGRIJK: let erop, dat het aangesloten apparaat / compo-
nent op dezelfde massa is aangesloten als de ontvanger.
3. Verbind het losse einde van de rode ader van de ontvangerkabel
met de voedingsspanning (9 – 36 Vdc).
4. Controleer of alle kabels correct zijn aangesloten.
5. Schakel de voedingsspanning weer in.
5. INGEBRUIKNAME EN BEDIENING
5.1 VERWIJDEREN EN AANBRENGEN VAN DE ONTVANGER-
BESCHERMKAP
1. Draai de kabelschroefverbinding van de ontvangerkabel een
halve omwenteling linksom, om hem enigszins los te maken.
Let er hierbij op, de kabelschroefverbinding niet volledig van de
inwendige schroefdraad los te maken.
2. Trek kabelschroefverbinding voorzichtig iets in de richting van
het losse kabeleinde.
3. Zodra de beschermkap zich uit de behuizingsvergrendeling
heeft losgemaakt, kan deze verder langs de kabel verschoven
en indien nodig ook volledig van de kabel losgemaakt / verwij-
derd worden.
4. Voor het opnieuw aanbrengen van de beschermkap, voert u
eerst de zijdelingse neus van de beschermkap in de daarvoor
voorziene uitsparing van de ontvangerbehuizing.
NL
13
Advertenties
Inhoudsopgave
