Snelle Start Instructie K3MA-serie
OMRON
1.3 Basisinstelingen
1.3.1 Instellen ingangssignaal
Na het aansluiten is het nodig om via het menu aan te geven welk ingangssignaal er
gebruikt wordt. U kunt dit bij parameter int wijzigen.
Om bij deze parameter te komen houdt u de level-toets enkele seconden ingedrukt.
Het display zal beginnen te knipperen en parameter int zal nu in het display te zien
zijn. Druk vervolgens 2x op de shift-toets. Het display zal nu knipperen. En
vervolgens kunt u met de up-toets het juiste ingangssignaal selecteren (0-20 mA, 4-
20 mA, 0-5 V, 1-5 V, ± 5 V of ± 10 V).
Door op de mode-toets te drukken bevestigt u de waarde en gaat u verder in het
menu.
1.3.2 Schalen displaywaarde
Door middel van schalen kunt u het signaal dat de paneelmeter binnenkrijgt
omzetten naar een andere waarde, bijv. lengte of gewicht. Bijvoorbeeld:
wanneer u wilt schalen met stroom (mA) kunt u aangeven dat de 4 mA
(ingangswaarde) gelijkstaat aan 0 meter. En dat 20 mA gelijk is aan 9800 meter.
Aan de hand van deze verschaling kunt u zien welke lengte er gemeten is.
Nadat er aangegeven is welk ingangssignaal er gebruikt wordt, drukt u op de mode-
toets. De volgende parameter verschijnt in het display inp.1.
Hier kunt u de ingangswaarde aangeven, wanneer u gebruik maakt van stroom (mA)
dan zou dit 4 mA kunnen zijn. U kunt dit aan passen door 2x op de shift-toets te
drukken. Het display zal nu gaan knipperen. Druk op de up-toets om de instelling te
wijzigen.
Wanneer u weer op de mode-toets drukt komt u bij parameter dsp.1.
Hier wordt de waarde ingevuld die op het display dient te verschijnen als er 4 mA
wordt gemeten. Bijvoorbeeld de waarde 0.
Ditzelfde geldt voor het instellen van de inp.2 en dsp.2, alleen geeft u hier uw
maximale ingang- en displaywaarde aan.
/
De verschaling kan ook andersom zijn, dan worden inp.1
dsp.1 uw maximale waarde
en inp.2/dsp.2 uw minimale waarde.
9