6
Statistiek
Totaal kunnen de statistische gegevens van maximaal acht groepen apparaten (klasse A tot H)
opgeslagen worden. Tot de statistische gegevens behoren het aantal opgetreden fouten en het
daarbij behorende procentuele aandeel van het totale aantal metingen in een groep.
Het statistiek-menu verschijnt als in het hoofdmenu Statistiek gekozen werd, zie hoofdstuk 3.3,
pagina 9.
16
6.1
Het bijhouden van statistieken voorbreiden
Indien de statistische gegevens opgeslagen moeten worden, moet voor het begin van de meting de
bij het apparaat behorende groep vastgelegd worden. Indien al een groepsnaam werd ingegeven,
dan moet deze geactiveerd worden.
➭ Zet de cursor op Klasse en
, het menu instellen wordt weergegeven.
➭ Zet de cursor op de gewenste groepsnaam en
Er verschijnt een streep aan het einde van de tekst.
➭ Indien er een nieuwe groepsnaam gewenst wordt: Verwijder de bestaande naam met
+
of per zin met
en typ via het alfa numerieke toetsenbord maximaal acht tekens in.
➭ Bevestig met
, de cursor springt in de kolom FOUT.
➭ Bepaal met
en
of met alleen de eerste of met alle fouten rekening gehouden moet
worden.
Bevestig met
. Er verschijnt een bliksemschicht achter de geaktiveerde groep.
➭ Bevestig terug net zo vaak totdat er geen PSI LCD aanwijzing meer verschijnt.
De veiligheidstesten en de funktietesten kunnen nu voor de gekozen groep worden doorgevoerd.
Nadat begonnen is met het aanmaken van een protokol kunnen de instellingen eerste en alle in het
statistiek menu niet meer gewijzigd worden.
.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH