(iii) Trek de flexibele antenne uit de behuizing van de sokkelvoet. Hiervoor moet de
antenne eerst uit de sleuf van de sokkelvoet worden gehaald. Verwijder het afneembare
gedeelte van de buitenste rand en duw de antenne in deze sleuf. Voor een beter bereik
kunt u de antenne liggend of verticaal draaien in verhouding tot het plafond.
(iv) Het opnieuw plaatsen/draaien van de modules. Er zijn een aantal oorzaken waarom
de radiosignalen niet alle rookmelders van het systeem kan bereiken (zie hoofdstuk over
"Beperkingen van radiocommunicatie"). Probeer de modules te draaien of te verplaatsen
(bijv. uit de buurt van metalen oppervlakken of bedrading), want dit kan het bereik
aanzienlijk verbeteren.
Het draaien en/of verplaatsen van de modules kan ervoor zorgen dat ze buiten het
bereik van de bestaande modules terechtkomen, ongeacht of de huiscode voorheen
succesvol is geactiveerd. Het is daarom belangrijk om te controleren of alle melders
juist communiceren op hun meest recente positie. Als er een module is verplaatst/
verdraaid, raden we aan om alle apparaten weer te resetten naar de fabrieksinstelling
(houd de huiscode programmeerknop ongeveer 6 seconden ingedrukt totdat de blauwe
led continue gaat branden, waarna het even snel knippert en stopt. Laat de knop
vervolgens los). Nu kunt u alle modules opnieuw voorzien van de huiscode volgens het
hoofdstuk "Installatie". De RF-interconnectie moet vervolgens worden gecontroleerd
door het aantal flitsen te tellen en de melders te testen via de testknop.
Opmerking: de RF-module zal alleen bij detectie van brand een alarmsignaal geven en
dit blijven herhalen totdat er geen brand meer wordt gedetecteerd.
18