Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningsinstructies S-ET... / S-DT...
4 Installatie
4.1 Algemene aanwijzingen
Opgelet!
Montage, elektrische aansluiting en inbedrijfstelling mogen alleen door een elektricien
overeenkomstig de elektrotechnische regels (o. a. EN 50110, EN 60204, IEC 364)
worden uitgevoerd!
•
Voor de montage het apparaat uit de verpakking halen en op eventuele
transportschade controleren. Indien een transportschade is opgetreden, is de
inbedrijfstelling niet toegestaan!
•
Bij een gewicht van meer dan 25 kg bij mannen / 10 kg bij vrouwen moet het
uitnemen van de ventilator met twee personen worden uitgevoerd (overeenkomstig
REFA). Eventueel kunnen deze waarden nationaal afwijken.
•
Veiligheidsschoenen en veiligheidshandschoenen dragen bij het gebruik!
•
Toestel met geschikt bevestigingsmateriaal op een schone ondergrond met
voldoende draagvermogen monteren en niet verspannen!
•
De montage op een vibrerende ondergrond is niet toegestaan!
•
Boorspanen, schroeven en andere vreemde voorwerpen mogen niet in het inwendige
van het toestel binnendringen!
•
Het toestel buiten het verkeersbereik monteren, daarbij echter zorgen dat het goed
toegankelijk blijft!
•
Afhankelijk van de huisuitvoering de meegeleverde stop voor de kabelinvoeren
gebruiken. Kabelinvoeren overeenkomstig de kabeldoorsnede afknippen of
alternatief de kabelinvoer voor schroefverbindingen gebruiken. Niet benodigde
invoeren afsluiten!
•
Metalen schroefverbindingen zijn in kunststof huisdelen niet toegestaan omdat er
geen equipotentiaal plaatsvindt.
•
Bescherm het toestel tegen directe zonbestraling!
•
Het toestel is bestemd voor een verticale montage (kabelinvoer onder). Een
horizontale resp. liggende montage is alleen toegestaan na technische goedkeuring
door de fabrikant!
•
Let op de correcte warmteafvoer (zie Technische gegevens verliescapaciteit).
4.2 Netaansluiting
De netaansluiting vindt bij 1 ~ typen plaats op de klemmen: PE, L1 en N, bij 3 ~ typen op
de klemmen: PE, N, L1, L2 en L3 (zie aansluitschema afhankelijk van het type). Daarbij
moet er in elk geval op worden gelet dat de netspanning binnen de toelaatbare
tolerantiegegevens ligt (zie Technische gegevens en typeplaatje aan de zijkant).
De netspanning moet overeenkomen met de kwaliteitskenmerken van de EN 50160 en
de gedefinieerde normspanningen van de IEC 60038!
4.3 Aansluiting van de motor
De motoraansluiting vindt plaats afhankelijk van het type (zie aansluitschema). Er
kunnen meerdere motoren op het toestel worden aangesloten. Daarbij mag de som van
L-BAL-E058-NL 1633 Index 001
Art.-nr.
6/12
Installatie
Advertenties
Inhoudsopgave
