Detectiezones instellen
Stel uw eigen waarschuwingszones samen voor extra gevoeligheid of om
achtergrondbeweging zoals die van een plafondventilator te negeren.
1
Druk op de menuknop aan de zijkant
van het startscherm.
2
Selecteer de camera waarvan u de
instellingen wilt wijzigen. Kijk uit naar de
naam die u de camera hebt gegeven bij
het installeren.
3
Druk op Motion Detection
(Bewegingsdetectie).
Opmerking: De app moet toegang krijgen
tot de camera zodat u de detectiezones
kunt instellen.
4
Het standaardgebied voor Zone 1 is
het gehele vlak van de snapshot. Om
het formaat te wijzigen, sleept u de
rechthoek vanaf elke willekeurige hoek
of rand. Sleep vanaf het middelpunt om
de rechthoek te verplaatsen.
5
Stel de gewenste gevoeligheid voor
Zone 1 in door Uit, Laag, Medium of
Hoog te selecteren.
•
Uit - geen bewegingsdetectie in
deze zone.
•
Laag - detecteert enkel grote
bewegingen.
•
Medium - detecteert algemene
bewegingen en veranderingen in de
omgeving.
•
Hoog - detecteert alle bewegingen
en veranderingen in de omgeving.
20