Nulpuntkalibratie
Wordt de sensor gebruikt met een regel‐
apparaat van ProMinent, is een nulpunt‐
kalibratie doorgaans niet noodzakelijk.
Voer echter een nulpuntkalibratie uit als u
binnen een meetbereik van 0,01 ... 0,5
mg/l of bij andere meetbereiken onderin
het einde van het meetbereik werkt (< 10
%).
1.
Dompel de sensor onder in een
emmer met schoon water zonder
desinfectie- of oxidatiemiddelen
(bijv. in de handel verkrijgbaar plat
mineraalwater)
2.
Roer met de sensor, tot de meet‐
waarde bij het regelapparaat 5 min
stabiel blijft
3.
Kalibreer het regelapparaat volgens
de bijbehorende gebruikershandlei‐
ding op nul
4.
De sensor weer in de doorloop‐
gever inbouwen (z. B. DGMA; DLG
III)
Steilheidskalibratie
1.
Bepaal het desinfectiemiddelge‐
halte van het meetwater met een
geschikt meetmedium (bijv. DPD)
2.
De gemeten waarde instellen op
het regelapparaat volgens de bijbe‐
horende gebruikershandleiding
ð Herhaal de kalibratie na één
dag, om te waarborgen dat de
sensor de maximale gevoelig‐
heid (steilheid) heeft bereikt.
Neem de installatie in bedrijf
19