REGELAAR
Scherm- en bedieningsoppervlak
Definities
Nr.
Symbool
Apparaat
1
in-/uitschakelen
SET
Bevestiging
2
[instellen]
Record query
Parameterwaard
e verhogen;
3
OMHOOG
Wisselen van
menuopdracht
Parameterwaard
e verlagen;
4
OMLAAG
Wisselen van
menuopdracht
Opmerking: Het systeem keert terug naar het beginscherm als er binnen 10 seconden geen
toets worden ingedrukt in de parameter query- of instellingsinterface. Alle
parameterwijzigingen worden automatisch opgeslagen.
Functie
Houd in de normale bedrijfsstatus deze toets voor 5
seconden. ingedrukt om het apparaat uit te schakelen.
Houd in de uitgeschakelde stand deze toets voor 5
seconden ingedrukt om de normale bedrijfsstatus van het
apparaat te activeren.
Druk in de instellings- of query-interface op deze toets om
de interface te sluiten en de bijbehorende parameters op
te slaan.
1. Druk in het beginscherm op deze toets om de
statusparameter query-interface te openen. Houd deze
toets langer dan 5 seconden ingedrukt om de
parameter instellingsinterface te openen.
2. Druk in de parameter query-interface op deze toets om
de parameters in te stellen.
3. Druk in de parameter instellingsinterface op deze toets
om de instelling te bevestigen en terug te keren naar
het bovenliggende menu.
1. Druk in het beginscherm op deze toets om SPT te
verhogen.
2. Druk in de parameter query-interface op deze toets om
de vorige parameter te activeren.
3. Druk in de parameter instellingsinterface op deze toets
om de parameterwaarde te verhogen.
1. Druk in het beginscherm op deze toets om SPT te
verlagen.
2. Druk in de parameter query-interface op deze toets om
de volgende parameter te activeren.
3. Druk in de parameter instellingsinterface op deze toets
om de parameterwaarde te verlagen.
Beschrijving
-12-