Tweede uitgave • Eerste druk
11 Twee-assige proportionele joystick voor rij- en
stuurfuncties
OF
Proportionele joystick voor rijfunctie en
duimschakelaar voor stuurfunctie.
Beweeg de joystick in de richting van de
blauwe pijl op het bedieningspaneel om de
machine vooruit te laten rijden. Beweeg de
joystick in de richting van de gele pijl om de
machine achteruit te laten rijden. Beweeg de
joystick in de richting van de blauwe driehoek
om de machine naar links te sturen. Beweeg
de joystick in de richting van de gele driehoek
om de machine naar rechts te sturen.
OF
Beweeg de joystick in de richting van de
blauwe pijl op het bedieningspaneel om de
machine vooruit te laten rijden. Beweeg de
joystick in de richting van de gele pijl om de
machine achteruit te laten rijden. Druk op de
linkerzijde van de duimschakelaar om de
machine naar links te sturen. Druk op de
rechterzijde van de duimschakelaar om de
machine naar rechts te sturen.
Onderdeelnr. 1307261DUGT
Bedieningselementen
12 Indicatielampje 'rijden ingeschakeld'
Als het lampje brandt, duidt dit aan dat de arm
net voorbij een van beide achterwielen is
gedraaid en de rijfunctie is uitgeschakeld.
13 Rijschakelaar
Houd de rijschakelaar naar een van beide
zijden en verplaats de rij-joystick langzaam uit
het midden om te rijden terwijl het lampje
'rijden ingeschakeld' brandt. Houd er rekening
mee dat de machine kan gaan rijden in de
richting die tegengesteld is aan de richting
waarin de rij- en stuurbedieningselementen
worden bewogen.
14 Rijsnelheidkeuzeschakelaar
Symbool ‚machine op helling': laag
snelheidsbereik voor verbeterde
smoorklepregeling bij verminderde rijsnelheid.
Symbool ‚machine op horizontale ondergrond':
hoog snelheidsbereik voor maximum
rijsnelheid.
15 Indicatielampje 'machine niet vlak'
Het indicatielampje 'machine niet vlak' gaat
branden zodra het scheefstandalarm klinkt.
16 LCD-scherm
a zie bedieningshandleiding
b neem contact op met onderhoud
c gevaarlijke situatie
d hybride modus
e DC-modus
-60 DC • Z
®
®
Z
-60 FE
Bedieningshandleiding
29