Belangrijke aanvullende informatie
De ConnectLine Mic bevat een radiozender
die gebruik maakt van frequentiewis-
sel-technologie die werkt in de 2,4 GHz
ISM-band.
Het piekvermogen van de zender is minder
dan 6 dBm en de antenne is een kleine
PCB-antenne met een directionele gain van
minder dan 2 dBi (dB over een isotropische
of omni-directionele antenne).
Het zendvermogen van de ConnectLine Mic
ligt ruim onder de internationale emissie-
grenzen waaraan mensen mogen worden
blootgesteld. Ter vergelijking: de straling
van de ConnectLine Mic is lager dan de
onbedoelde elektromagnetische straling
van bijvoorbeeld haardrogers, elektrische
scheerapparaten, enzovoorts.
32
Over Aan de slag Gebruik Waarschuwingen
De ConnectLine Mic voldoet aan de interna-
tionale standaard betreffende Elektromag-
netische Compatibiliteit.
VS en Canada
In verband met de beperkte ruimte op het
toestel zijn veel van de relevante goedkeu-
ringen opgenomen in dit document.
Dit toestel is gecertificeerd volgens:
FCC ID: U28MIC110
IC: 1350B-MIC110
Het apparaat voldoet aan Deel 15 van de
FCC-regels en de RSS-normen voor licentie-
vrijstelling van de Canadese Industrie.
Aanvullende informatie
Gebruik is toegestaan onder de volgende
twee voorwaarden:
dit toestel mag geen schadelijke storing
veroorzaken. dit toestel moet alle ontvan-
gen storing accepteren, waaronder storing
die een ongewenste werking kan veroor-
zaken.
Opmerking: Uit tests is gebleken dat dit
apparaat voldoet aan de grenzen voor
een digitaal apparaat Klasse B, conform
Deel 15 van de FCC regels. Deze grenzen
zijn ingesteld om bescherming te bieden
tegen storing in een installatie in een
woonomgeving. Dit apparaat genereert
en gebruikt radiofrequente energie. Ook
kan het radiofrequente energie uitstralen.
Indien het apparaat niet geïnstalleerd en
gebruikt wordt volgens de instructies, kan
het schadelijke storing veroorzaken.
Er is echter geen garantie dat er geen
storing zal optreden in een bepaalde instal-
latie.
Als het apparaat schadelijke storing veroor-
zaakt bij radio- of tv-ontvangst, hetgeen kan
worden gecontroleerd door het aan en uit te
zetten, wordt de gebruiker geadviseerd de
storing te corrigeren door een of meer van
de volgende maatregelen te treffen:
• Stel de ontvangende antenne opnieuw in
of verplaats deze.
• Vergroot de afstand tussen de appara-
tuur en de ontvanger.
• Sluit het apparaat aan op een stopcon-
tact op een ander circuit dan dat waarop
de ontvanger is aangesloten.
• Raadpleeg uw audicien of een ervaren
radio-/tv-technicus.
33