OMS-1 Oliealarm
Installatie-enbedieningsinstructies
5
REPARATIE EN SERVICE
6
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Auteursrecht © 2015 Aquafix Milieu B.V.
Wij behouden het recht voor tot wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving
De sensor moet gereinigd worden en de werking moet tevens
getest worden bij het legen van de olieopslagruimte of ten minste
om de zes maanden. De gemakkelijkste manier om de werking te
testen is de sensor omhoog in de lucht te tillen en hem terug te
plaatsen in de afscheider. De werking is beschreven in hoofdstuk 3.
Voor het reinigen kan een zacht wasmiddel (bijv. afwasmiddel) en een
borstel worden gebruikt.
De
regeleenheid
OMS-1
explosieve
atmosfeer worden geïnstalleerd. Daarop aangesloten
sensoren mogen in een potentieel explosieve atmosfeer van zone
0, 1 of 2 worden geïnstalleerd.
Bij installatie in een explosieve atmosfeer moeten de nationale
eisen en relevante normen als IEC/EN 60079-25 en/of IEC/EN
60079-14 in acht worden genomen.
Waarschuwing! Als de spanning van de bekabeling wordt getest,
moet de sensor worden losgekoppeld.
Als elektrostatische ontladingen gevaren kunnen opleveren voor
de
bedrijfsomgeving,
betreffende
explosieve atmosferen op equipotentiale
worden aangesloten. Een equipotentiale aarding wordt aangebracht
door alle geleidende onderdelen op hetzelfde potentiaal aan te
sluiten, bijv. bij de aansluitdoos voor de kabels. Equipotentiale
aarding moet geaard worden.
Het
toestel
heeft
tweepolige
voedingsschakelaar (250 VAC, 1 A), die beide polen
(L1, N) isoleert, moet worden geïnstalleerd in de voedingskabels
nabij
de
eenheid.
servicebewerkingen mogelijk en moet gemarkeerd worden om de
eenheid aan te duiden.
Bij het uitvoeren van service, inspectie en reparatie in een
explosieve atmosfeer moeten de normen IEC/EN 60079-17 en IEC/
EN 60079-19 over instructies van Ex-toestellen in acht worden
genomen.
mag
niet
moet
het
toestel
geen
voedingsschakelaar.
Deze
schakelaar
maakt
in
een
potentieel
volgens
de
eisen
aarding
Een
onderhoud
en
9/11