DE STROOM INSCHAKELEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband op kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet, kunt
u de displays van het bedieningspaneel of andere
elektrische componenten beschadigen.
Steek het stroomsnoer in
(zie bladzijde 12). Zoek
vervolgens naar de stroom-
schakelaar op het onderstel
van de loopband bij het
stroomsnoer. Zorg ervoor dat
de schakelaar in de reset-
stand (D) staat.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel kan zijn uitge-
rust met een display-demomodus, die ontwikkeld
is voor gebruik als de loopband wordt geëtaleerd
in een winkel. Als de display oplicht zodra het
stroomsnoer wordt ingestoken en de stroomscha-
kelaar in de reset-stand is gedrukt, is de demo-
modus ingeschakeld. Houd de toets Stop enkele
lang seconden ingedrukt om de demomodus uit
te schakelen. Zie DE INSTELLINGENMODUS op
bladzijde 18 om de demomodus uit te schakelen
wanneer de display blijft branden.
Ga vervolgens op
de voetleuningen
van de loopband
staan. Zoek naar
de clip (E) die
bevestigd is aan
de sleutel (F) en
schuif de clip op
de tailleband van
uw kleding. Plaats
dan de sleutel
in het bedieningspaneel. Kort daarna zal de display
oplichten. BELANGRIJK: Bij een noodsituatie kunt
u de sleutel uit het bedieningspaneel halen, zodat
de loopbandriem vertraagt en tot stilstand komt.
Test de clip door voorzichtig een paar stappen
achteruit te zetten; als de sleutel niet uit het bedie-
ningspaneel wordt getrokken, stel dan de positie
van de clip af.
BELANGRIJK: De eerste keer dat u de loopband
gebruikt, moet u eerst het hellingssysteem
kalibreren (zie stap 3 op bladzijde 18).
D
F
E
DE HANDMATIGE MODUS GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie DE STROOM INSCHAKELEN aan de
linkerkant.
2. Start de loopbandriem.
Om de loopbandriem te starten drukt u op
de toets Start of op een van de genummerde
snelheidstoetsen.
Indien u op de toets Start drukt, zal de loopban-
driem met een lage snelheid beginnen te bewegen.
U kunt tijdens het oefenen de snelheid van de
loopbandriem naar wens veranderen door op de
toenametoets en afnametoets Speed (snelheid) te
drukken. Iedere keer dat u op een toets drukt, ver-
andert de snelheidsinstelling met kleine stappen.
Als u de toets ingedrukt houdt, zal de snelheidsin-
stelling sneller veranderen.
Indien u drukt op een van de genummerde snel-
heidstoetsen, zal de snelheid van de loopbandriem
geleidelijk aangepast worden tot deze de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopbandriem te stoppen, druk op de toets
Stop. De tijd zal op de display beginnen te knippe-
ren. Om de loopbandriem opnieuw te starten, druk
op de toets Start, de toenametoets Speed (snel-
heid) of een van de genummerde snelheidstoetsen.
3. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Druk om de helling van de loopband te veranderen
op de toenametoets en afnametoets Incline (hel-
ling) of een van de genummerde hellingstoetsen.
Elke keer als u op de toenametoets of afnametoets
Incline (helling) drukt, verandert de hellingsinstel-
ling met 0,5%. Als u op een van de genummerde
hellingstoetsen drukt, zal de helling geleidelijk
veranderen tot deze de geselecteerde hellingsin-
stelling bereikt.
14