Auto →Cool→Heat→Dry→Fan
Druk in de "auto-", "koelings-", "drogen-", of "verwarmings-"-modus op ▲ en ▼ om de ingetstelde temperatuur af
te stellen. (zie Fig. 6.4)
Auto →Cool→Heat→Dry→Fan
Opmerking:
•
De "auto"-mode is niet beschikbaar voor alle modellen airconditioner.
•
Temperatuurinstelling is niet beschikbaar in de "ventilator"-modus.
•
"Drogen"-modus en "auto" -modus is niet beschikbaar voor FAPU.
4 -3 Instelling ventilatorsnelheid
Druk in de "koelings-", "verwarmings-" of "ventilator-" modus op (ventilatorsnelheid) om de ventilatorsnelheid in
te stellen (zie Figuur 6.5).
Als de wandbediening een configuratie heeft met zeven ventilatorsnelheden, druk dan op de knop (ventilatorsnelheid)
om de ventilatorsnelheid in te stellen in de volgorde die wordt aangegeven in Figuur 6.6.
→
→
Auto
→
Speed 1
→
Speed 2 Speed 3
Auto
Speed 1
Speed 2 Speed 3
→
→
Als de wandbediening een configuratie heeft met drie ventilatorsnelheden, druk dan op de knop (ventilatorsnelheid)
Auto
Speed 1
Speed 2 Speed 3
om de ventilatorsnelheid in te stellen in de volgorde die wordt aangegeven in Figuur 6.7.
Auto
Opmerking:
Auto
Auto
•
In de "auto-" en "drogen-"-modus is de ventilatorsnelheid ingesteld op "Auto" en kan niet gewijzigd worden
door te drukken op de knop (ventilatorsnelheid).
• De standaard instelling is 7 ventilatorsnelheden, maar raadpleeg "Instellingen" om de standaard
ventilatorsnelheid bij te stellen.
4-4 Instelling zwaaimodus
11
→
→
→
→
→
→
→
Speed 4
→
Speed 5
→
Speed 6
→
Speed 4
Speed 5
Speed 6
→
→
→
→
→
Speed 4
Speed 5
Speed 6
→
→
→
→
Low
→
Mid
→
High
Low
Mid
High
→
→
→
Low
Mid
High
Figuur 6.4
Figuur 6.5
Speed 7
Figuur 6.6
Speed 7
Speed 7
Figuur 6.7
Figuur 6.8