7
Inbedrijfstelling
OPMERKING
Algemene
checklist
instructies voor inbedrijfstelling in dit hoofdstuk, is er een
algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het
Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
De
algemene
checklist
aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan worden
gebruikt als richtlijn en als basis voor de rapportering
tijdens de inbedrijfstelling en bij overhandiging aan de
gebruiker.
OPMERKING
Laat de unit ALTIJD draaien met thermistoren en/of
druksensoren/-schakelaars. Anders kan er brand in de
compressor ontstaan.
OPMERKING
Zorg ervoor dat beide ontluchtingsventielen (één op het
magnetische filter en één op de back-upverwarming) open
staan.
Alle automatisch ontluchtingsventielen moeten open blijven
na de inbedrijfstelling.
INFORMATIE
De
software
bevat
plaatse" ([9.G]: Bescherming
automatische werking van de unit uitschakelt. Bij de eerste
installatie wordt de instelling Bescherming uitschakelen
standaard op Ja gezet, wat betekent dat de automatische
werking is uitgeschakeld. Alle beschermende functies zijn
dan uitgeschakeld. Om de automatische werking en de
beschermende functies in te schakelen, zet Bescherming
uitschakelen op Nee.
12 uur nadat de unit voor het eerst onder spanning werd
gezet, zal hij Bescherming
automatisch instellen, zodat de stand "installateur ter
plaatse" wordt gestopt en de beschermende functies
ingeschakeld worden. Indien de installateur na de eerste
installatie terug ter plaatse komt, moet hij Bescherming
uitschakelenhandmatig op Ja zetten.
7.1
Checklist voor de inbedrijfstelling
Controleer na de installatie van de unit eerst de hierna vermelde
punten. Sluit de unit nadat alle controles zijn uitgevoerd. Start de unit
nadat u ze gesloten hebt.
U
leest
de
volledige
beschreven in de uitgebreide handleiding voor de
installateur.
De binnenunit moet juist gemonteerd zijn.
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
ETVH/X16S18+23DA6V+9W(G)
Daikin Altherma 3 H HT F
4P586454-1 – 2019.07
inbedrijfstelling.
Naast
de
inbedrijfstelling
vormt
een
een
stand
"installateur
ter
uitschakelen) die de
uitschakelen op Nee
installatie-instructies,
zoals
De volgende ter plaatse te voorziene bedradingen
werden gelegd conform dit document en de geldende
wetgeving:
▪ Tussen het lokaal voedingsbord en de buitenunit
▪ Tussen de binnenunit en de buitenunit
▪ Tussen het ter plaatse te voorzien paneel en de
binnenunit
▪ Tussen de binnenunit en de kranen en kleppen (indien
van toepassing)
▪ Tussen de binnenunit en de kamerthermostaat (indien
van toepassing)
Het systeem is goed en op de juiste manier geaard en de
aardingsklemmen zijn goed aangehaald.
De zekeringen of lokaal geïnstalleerde beveiligingen zijn
overeenkomstig dit document geïnstalleerd en zijn NIET
overbrugd.
De voedingsspanning komt overeen met de spanning op
het identificatieplaatje van de unit.
Er zijn GEEN losse aansluitingen of verbindingen of
beschadigde elektrische onderdelen in de schakelkast.
Er zijn GEEN beschadigde onderdelen of buizen die
tegen de binnenkant van de binnen- of buitenunit gedrukt
worden.
Stroomonderbreker F1B van de back-upverwarming
(ter plaatse te voorzien) is INgeschakeld.
De juiste buismaten werden geplaatst en de leidingen
zijn goed en op de juiste manier geïsoleerd.
Er zijn GEEN waterlekkages in de binnenunit.
De afsluiters zijn op de juiste manier gemonteerd en
staan volledig open.
De automatische ontluchtingsventielen staan open.
De drukveiligheidsklep sproeit water als hij geopend
wordt.
De warmtapwatertank is volledig gevuld.
7.2
Checklist tijdens inbedrijfstelling
Het
minimum
debiet
ontdooien is gegarandeerd in alle omstandigheden. Zie
"Het watervolume en debiet controleren" in
waterleidingen
voorbereiden" [ 4 7].
Ontluchten.
Proefdraaien.
Stelmotoren proefdraaien.
Functie dekvloer drogen
De functie dekvloer drogen wordt gestart (indien nodig).
7.2.1
Het minimum debiet controleren
1 Controleer in de hydraulische configuratie welke
ruimteverwarmingslussen gesloten kunnen worden
door mechanische, elektronische of andere kleppen.
2 Sluit alle ruimteverwarmingslussen die kunnen
worden gesloten (zie vorige stap).
3 Start het proefdraaien van de pomp (zie
proefdraaien" [ 4 28]).
"7.2.4 Stelmotoren
7 Inbedrijfstelling
tijdens
back-upverwarming/
"4.1 De
—
—
—
Installatiehandleiding
27