Magneetaandrijving wisselen
▷ De aandrijvingadapterset is bijgevoegd bij de
nieuwe aandrijvingen.
VAN 1
▷ De afdichtingen uit de aandrijvingadapterset
zijn van een glijlaag voorzien. Er is geen extra
vet nodig.
Installatie spanningsvrij maken.
Gastoevoer afsluiten.
▷ M20-wartel of andere aansluiting demonteren.
3
4
6
7
9
▷ Volgens de bouwserie van het apparaat worden
de aandrijvingen op twee verschillende manieren
vervangen:
Wanneer het betreffende apparaat geen O-ring
op deze plaats heeft (pijl), vervangt u de aan-
drijving zoals hier wordt beschreven. Anders de
volgende aanwijzing lezen.
10
VAN 1
11
Afdichting
onder de
tweede groef
schuiven.
VAN 2
5
8
10
VAN 2
Afdichtingen
aanbrengen.
Positionering
van de meta-
len ring kies-
baar.
NL-5
▷ Wanneer het betreffende apparaat een O-ring op
deze plaats heeft (pijl), vervangt u de aandrijving
zoals hier wordt beschreven.
▷ VAN 1: alle afdichtingen uit de aandrijvingadap-
terset gebruiken.
VAN 2: de kleine en slechts één grote afdichting
uit de aandrijvingadapterset gebruiken.
Afdichting
onder de
tweede groef
schuiven.
Nieuwe aandrijving plaatsen.
Montage in omgekeerde volgorde.
4 M20-wartel of stekker en contrastekker monte-
ren.
5 VAN elektrisch aansluiten, zie pagina 3 (Be-
draden).
Onderhoud
OPGELET
Om een storingvrije werking te garanderen, de
dichtheid en het functioneren van de VAN con-
troleren:
–
1 x per jaar, bij biogas 2 x per jaar; intern en
extern op lekkage controleren, zie pagina 4
(Lektest).
–
1 x per jaar de elektrische installatie over-
eenkomstig de plaatselijk daarvoor geldende
voorschriften controleren en met name op de
aardleiding letten, zie pagina 3 (Bedraden).
▷ Als de doorstroomhoeveelheid vermindert, de
zeef reinigen.
▷ Wij adviseren u alle afdichtingen te vervangen, zie
pagina 6 (Afdichtingsset voor uitvoering 1 – 2).
Installatie spanningsvrij maken.
Gastoevoer afsluiten.
Verbindingstechniek losmaken.
4
5
7
8
10
VAN 1–2
11
6