2
Over de doos
2.1
Buitenunit
2.1.1
Om de toebehoren van de buitenunit uit te
nemen
1 Open de buitenunit.
2×
2 Neem de accessoires eruit.
a
b
1×
1×
e
f
2×
2×
a
Algemene veiligheidsmaatregelen
b
Bijlageboek met optionele uitrustingen en apparatuur
c
Installatiehandleiding van de buitenunit
d
Bedieningshandleiding
e
Afdichtingsring voor afsluiter
f
Afsluiter
g
Energielabel
3
Voorbereiding
3.1
Installatieplaats voorbereiden
3.1.1
Vereisten inzake de plaats waar de
buitenunit geïnstalleerd wordt
Houd rekening met de richtlijnen inzake de benodigde ruimte. Zie
figuur 1 aan de binnenzijde van de voorste afdekking.
De symbolen kunnen als volgt worden geïnterpreteerd:
A,C
Hindernissen aan de linkerzijde en rechterzijde (wanden/
stootplaten)
B
Hindernis aan aanzuigzijde (wand/stootplaat)
D
Hindernis aan luchtafvoerzijde (wand/stootplaat)
E
Hindernis bovenzijde (dak)
EBLQ+EDLQ011~016CAV3+W1
Daikin Altherma lage temperatuur monobloc
4P522031-1B – 2018.06
1×
2×
c
d
1×
1×
g
1×
ENERG
ENERG
Y
IJA
Y
IJA
IE
IA
IE
IA
a,b,c,d,e
Minimumruimte (voor onderhoud) tussen de unit en
hindernissen A, B, C, D en E
*
Als er GEEN afsluitkleppen op de unit worden geïnstalleerd
†
Als er afsluitkleppen op de unit worden geïnstalleerd
e
Maximumafstand tussen de unit en de rand van hindernis
B
E, in de richting van hindernis B
e
Maximumafstand tussen de unit en de rand van hindernis
D
E, in de richting van hindernis D
H
Hoogte van de unit inclusief de installatiestructuur
U
H
,H
Hoogte van hindernissen B en D
B
D
H
Hoogte van de installatiestructuur onder de unit
INFORMATIE
Indien op de unit afsluiters werden geplaatst, voorzie een
ruimte van minimum 400 mm rond de kant van de
luchtinlaat. Indien op de unit GEEN afsluiters werden
geplaatst, voorzie een ruimte van minimum 250 mm.
Indien het systeem een warmtapwatertank bevat, moet aan de
volgende vereisten worden voldaan:
Maximum toegestane afstand
tussen de buitenunit en ...
tank voor warm tapwater
3-wegsklep
De buitenunit is ontworpen om alleen buiten te worden geïnstalleerd
bij omgevingstemperaturen van 10~43°C in de stand voor koeling,
van –25~25°C in de stand voor ruimteverwarming en van –25~35°C
in de stand voor de bereiding van warm tapwater.
3.2
De waterleidingen voorbereiden
OPMERKING
Wanneer kunststofleidingen worden gebruikt, zorg ervoor
dat
deze
zuurstofdiffusiedicht
DIN 4726. De diffusie van zuurstof naar de leidingen kan
overmatige corrosie veroorzaken.
3.2.1
Het watervolume en waterdebiet
controleren
Minimum watervolume
Als
Het systeem bevat een back-
upverwarming of een
warmtapwatertank met
recirculatiepomp
Het systeem bevat GEEN back-
upverwarming of
warmtapwatertank met
recirculatiepomp
(a)
Het inwendig watervolume van de buitenunit is NIET
inbegrepen.
OPMERKING
Wanneer
de
circulatie
koelingslus geregeld wordt door op afstand bediende
kleppen, is het belangrijk dat dit minimum watervolume
behouden blijft, zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
Minimum debiet
Controleer of het minimum debiet (vereist tijdens ontdooien/back-
upverwarming)
in
de
installatie
omstandigheden.
2 Over de doos
Afstand
10 m
10 m
zijn
overeenkomstig
Dan
Het minimum watervolume
bedraagt 20 l(a)
Het minimum watervolume
bedraagt 80 l(a)
in
elke
ruimteverwarming-/
gegarandeerd
is
in
alle
Installatiehandleiding
5