Bediening
Voor het goed functioneren van de MPV moe-
ten de volgende voorwaarden in acht worden
genomen.
•
Zorg dat er voldoende lucht kan worden toe-
gevoerd via klapraampjes of toevoerroosters.
•
Indien in de ruimte niet-afsluitbare lucht-
toevoeropeningen zijn aangebracht, stop
deze dan niet dicht en plak ze niet af.
Voor de installateur
De MPV bestaat uit een aanzuigpijp van 125 mm,
een ventilatorhuis, een motorplaat met deksel en
beschermkap. Op de motorplaat zijn de motor en
het condensatorblok gemonteerd. Het conden-
satorblok dient voor de aanloop van de motor en
toerenregeling en is afgeschermd met een kapje
welke is bevestigd met 2 schroeven.
Installatie
De installatie moet geschieden met zo weinig
mogelijk weerstand in het kanaal.
Flexibele leidingen moeten worden vermeden.
4
Onderhoud gebruiker
De gebruiker dient er op toe te zien dat de
ventilator 1x per jaar door de installateur wordt
gecontroleerd en, indien nodig, gereinigd.
De ventielen kunnen met een sopje worden
gereinigd. Hiervoor worden de ventielen uit het
ventilatiekanaal genomen.
Let op
dat de instelling van de ventielen niet
wordt gewijzigd en dat de ventielen onderling
niet worden verwisseld. De stand van de ven-
tielen, alsmede de gemeten luchthoeveelheid
kan worden genoteerd achterin dit boekje.
Onderhoud installateur
Het onderhoud dient te geschieden met uitge-
schakelde werkschakelaar en met de (perilex)
steker uit de wandcontactdoos.
De ventilator dient 1x per jaar te worden
gecontroleerd en, indien nodig, gereinigd.
Hiertoe wordt de MPV gedemonteerd volgens
de aanwijzingen op pagina 5 en met een sopje
(water en zeep) gereinigd.