Inhoudsopgave
Advertenties
5.7 Bij onderhoud, herstelling en opslag
Uitsluitend de onderhouds- en herstellingswerken
die in deze originele gebruiksaanwijzing zelf uit-
voeren. Alle andere werken moeten door een
geautoriseerd atelier worden uitgevoerd.
x
Het apparaat niet in de buurt van een open vuur
onderhouden, herstellen of bewaren.
x
Voor reiniging, onderhoud en herstelling en
voordat de sproeimiddelreservoir wordt
geopend, moet de druk er met behulp van het
veiligheidsventiel (d) vanaf worden gehaald
(Fig. 2)!
Wanneer het veiligheidsventiel wordt bediend,
moet het apparaat altijd verticaal staan.
Let op: gezicht uit de buurt houden!
x
De drukslang, handklep, de spuitstok en de
sproeier mogen uitsluitend in drukvrije toestand
worden losgeschroefd.
6 Werkvoorbereiding
Fig. 1:
a
Sproeimiddelreservoir
b Flensbehuizing
c
Pompgreep
d Veiligheidsventiel
e
Handventiel
f
Sproeilans
g Schuimversteleenheid
h Sproeidopopzetstuk
6.1 Montage
Fig. 2:
x
Schroef de schuimversteleenheid (g) met de
gemonteerde sproeidopopzetstuk (h) handvast
op de sproeibuis. Gebruik geen gereedschap!
x
Plaats de dopmoer (k) er recht op en schroef de
sproeilans (f) met O-Ring (16x3 mm) handmatig
vast op het handventiel (e). Geen gereedschap
gebruiken!
Fig. 1:
De sproeilans wordt op de klem van de pomp-
greep (c) gemonteerd, als er niet mee wordt
gewerkt, en houd. De schuimversteleenheid (g)
moet naar boven wijzen.
6.2 Veilige toestand controleren
Voor elk gebruik moet de schuimsproeier door
visuele controle worden gecontroleerd. Er mogen
geen scheurtjes zichtbaar zijn in de
sproeimiddelreservoir (a), de pomphandgreep (c),
de schuimversteleenheid (g) en de
sproeidopopzetstuk (h).
Bij eerste ingebruikname en bij hernieuwde
ingebruikname na langere stilstand moeten eerst
NEDERLANDS 3
de volgende controles worden uitgevoerd met
helder water. Tijdens gebruik van de
schuimsproeier moet altijd voortdurend worden
gecontroleerd, of de spuit naar behoren
functioneert.
x Dichtheid van alle apparaatonderdelen bij
maximum toegelaten druk bij geopende en
gesloten handklep
x Werking van alle functieonderdelen (handklep,
pompgreep)
Daartoe de druk via de pomp opvoeren. Bij openen
van het veiligheidsventiel (Fig. 2) moet duidelijk zijn
te horen, dat de druk weer ontsnapt.
Wanneer het veiligheidsventiel wordt bediend,
moet het apparaat altijd verticaal staan.
Let op: gezicht uit de buurt houden!
Tijdens gebruik moet het handventiel op goed
functioneren worden gecontroleerd. Bij loslaten van
het handventiel moet her sproeien stoppen.
7 Sproeimiddel aanzetten en
sproeimiddeltank vullen
Sproeimiddel in overeenstemming met de
voorschriften van de sproeimiddelfabrikant
aanzetten.
Sproeimiddel alleen in de open lucht aanzetten,
nooit in woonruimtes, stallen of opslagruimtes voor
levensmiddelen of voer.
Voordat de sproeimiddelreservoir wordt geopend,
moet de drukspuit vrij van druk worden gemaakt
door aan het veiligheidsventiel (d) te trekken
(Fig. 2)! De spuit moet altijd verticaal staan, voor-
dat er aan het veiligheidsventiel wordt getrokken.
Attentie: Niet in de buurt van het gezicht houden!
De pomp wordt eruit geschroefd om de spuitvloei-
stof bij te vullen. Schuif dan de pompgreep (c) naar
beneden en draai deze naar links (tegen de wijzers
van de klok in), totdat de greep inklikt. De pomp
eruit schroeven tegen de wijzers van de klok in.
Geen gereedschap gebruiken!
Een directe verbinding tussen de vulslang en de
inhoud van het reservoir moet worden vermeden.
Vul de tank niet verder dan tot het merkteken "max.
9 l" aan de zijkant van de sproeimiddelreservoir.
Het overlopen van de sproeimiddeltank, de
verontreiniging van openbare gewassen, regen- en
afwaterkanalen moet worden uitgesloten.
Gemorst sproeimiddel onmiddellijk opruimen.
Na het vullen pomp inzetten en met de wijzers van
de klok mee weer vastschroeven zodat er geen
sproeimittel kan uitlopen.
Bij het vastdraaien de pompgreep (c) met de
wijzers van de klok mee vastklikken.
Advertenties
Inhoudsopgave
