Onderhoudsinstructies
Onbedoeld starten kan ernstige
verwondingen of de dood tot gevolg
hebben.
Ontkoppel en aard bougiekabel(s)
voordat u onderhoud uitvoert.
Normaal onderhoud, vervanging of reparatie van uitstootbeperkende apparatuur en systemen kunnen worden
uitgevoerd door een reparatiepunt of een persoon. Garantiereparaties moeten echter worden uitgevoerd door een
erkende Kohler dealer, die u vindt op KohlerEngines.com of bel op het nummer 1-800-544-2444 (VS en Canada).
Onderhoudsschema
Vóór elk gebruik
● Controleer het oliepeil. Voeg olie toe indien peil laag. Niet te ver vullen.
● Controleer de luchtreiniger op vuile en losse of beschadigde onderdelen.
● Controleer voorreiniger op vuil en gescheurd materiaal.
Na de eerste 3 tot 5 uur (approximately 3rd to 5th use)
● Olie verversen.
Om de 25 uur of jaarlijks
● Service/vervangen voorreiniger.
Om de 50 uur of jaarlijks
● Olie verversen.
● Vervang het luchtreinigerelement.
● Vervang brandstoffi lter (indien aanwezig).
Om de 100 uur of jaarlijks
● Maak de bougiebeveiliging schoon (indien aanwezig).
Om de 125 uur of jaarlijks
● Vervang de bougie en stel de opening af.
Voer deze procedures vaker uit onder extreem stoffi ge, vuile omstandigheden.
1
Olieaanbevelingen
We bevelen het gebruik van Kohler olie aan om de
beste resultaten te bereiken. Andere detergenten,
olie van hoge kwaliteit (inclusief synthetische olie) of
API (American Petroleum Institute) serviceklasse SJ
of hoger is aanvaardbaar. Selecte viscositeit op basis
van luchttemperatuur op het ogenblik van bediening,
zoals weergegeven in de onderstaande tabel.
5W-30
°F -20
0
20
°C -30
-20
-10
14 590 54 Versie --
WAARSCHUWING
1
1
1
1
10W-30
SAE 30
32
40
50
60
80
0
10
20
30
KohlerEngines.com
Voordat u werkt aan de motor of uitrusting, schakel de
motor als volgt uit: 1) Ontkoppel de bougiekabel(s).
2) Ontkoppel de negatieve (-) accukabel van de accu.
Controleer het oliepeil
OPMERKING: Om uitgebreide motorslijtage of
Zorg dat de motor koel is. Verwijder eventueel vuil van
de olievuldop/oliepeilstokgebieden.
1. Verwijder de peilstok; veeg de olie weg.
a. Draai de dop 1/4: plaats de peilstok opnieuw in
de buis, duw hem helemaal in en draai een
kwart slag.
b. Schroefdop: plaats de peilstof opnieuw in de
100
buis, laat de dop op de buis rusten, u mag de
40
dop niet op de buis draaien.
2. Verwijder de peilstok; controleer oliepeil. Het peil
moet zich bovenaan op de indicator op de peilstok
bevinden.
3. Als de indicator aangeeft dat het oliepeil laag is,
vult u bij tot bovenaan de markering.
4. Plaats de peilstof weer en zet vast.
schade te voorkomen mag u de motor
nooit laten draaien met een oliepeil
dat onder of hoger ligt dan de
bedieningsbereikindicator op de
oliepeilstok.
of
NL
101