Gebruik voor het Tig-lassen een Lift Arc TIG
toorts met ingebouwde gasklep.
-
Sluit de Tig-Lastoorts aan op de negatieve pool (-)
van de lasmachine.
-
Sluit de gasslang aan op de tule van de
drukregelaar, die op zijn beurt is aangesloten op een
ARGON-cilinder.
-
Druk op de schakelaar van de Tig-toorts en regel de
gasstroom.
-
Gebruik een wolfraam elektrode die voor staal en
RVS is geschikt bv. een elektrode met 2 % cerium,
met een diameter van 1,6 mm (1/16").
-
Zet de keuzeschakelaar (7) op TIG (links).
-
Zet de machine aan met de schakelaar (12).
-
Stel de lasstroom in met knop (1).
-
Breng de lasboog in contact met het werkstuk en
maak vastberaden en snelle bewegingen.
Vergeet niet de machine uit te zetten en de
afsluiter van de gasfles dicht te draaien na het
lassen.
4. SERVICE
ALLE ONDERHOUDS- EN REPARATIE-
WERKZAAMHEDEN MOGEN
ALLEEN DOOR GEKWALIFICEERDE
PERSONEN WORDEN
UITGEVOERD.
4.3 PROBLEEMOPLOSSING EN SERVICEVERLENING
Klacht
De aan/uit-lamp brandt niet, de
ventilator draait niet, er is geen
lasstroom.
De ventilator is ingeschakeld,
er is sprake van een instabiele
lasstroomregeling, de stroomwaarde
varieert tussen hoog en laag.
De aan/uit-lamp brandt, de
ventilator draait normaal, er is
echter geen lasstroom.
Hete lasklem.
Bij het lassen treden er grote
vonken op
4.1 DE LASINVERTER ONDERHOUDEN
Controleer of de schakelaar (12) op "Aan" staat en of
de voedingskabel van het lichtnet losgekoppeld is als u
onderhoud in het apparaat moet uitvoeren.
Reinig tevens regelmatig de binnenkant van het
apparaat en verwijder de opgehoopte metaalstof
met behulp van perslucht.
4.2 HANDELINGEN DIE U NA EEN REPARATIE
MOET VERRICHTEN
Controleer na een reparatie of de bekabeling correct
aangebracht is en of er sprake is van voldoende isolatie
tussen de primaire en secundaire zijde van de
machine. Zorg ervoor dat de draden niet in aanraking
kunnen komen met de onderdelen in beweging of de
onderdelen die tijdens de functionering verhit raken.
Hermonteer alle klemringen op de oorspronkelijke wijze
om een verbinding tussen de primaire en secundaire
te voorkomen als een draad breekt of losschiet.
Hermonteer tevens de schroeven met de tandringen
op de oorspronkelijke wijze. Hermonteer tevens de
schroeven met de tandringen op de oorspronkelijke
wijze.
Oplossing
1. Controleer of de aan/uit-schakelaar is ingeschakeld.
2. Ga na of de netkabel goed op het net is aangesloten.
1. De stroomvoorziening is beschadigd, deze dient te worden vervangen.
2. Controleer de aansluitingen, zoals die van de laskabels, op slechte
verbindingen.
1. Controleer alle aansluitingen in de machine op goed contact.
2. Controleer of een aansluiting van het lascircuit slecht is.
3. Controleer of de alarmlamp brandt.
(1) Een beveiliging is geactiveerd vanwege oververhitting, in welk
geval de spanning kan worden behouden, zodat de ventilator het
apparaat kan afkoelen tot een acceptabele temperatuur. Als de
alarmlamp dan dooft, kan weer met lassen worden doorgegaan.
(2) Controleer of de thermische beveiliging is beschadigd en vervang
deze indien nodig.
De lasklem is te klein voor de gebruikte stroom,
vervang deze door een grotere.
De polariteit van de lasaansluitingen is verkeerd, draai deze om.
9