6 Inbedrijfstelling
3 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het ontluchten begint. Het stopt
automatisch wanneer de ontluchtingscyclus is
voltooid.
Om het ontluchten handmatig te stoppen:
1 Ga naar Ontluchting stoppen.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
6.2.3
Om te proefdraaien
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga naar het menu In werking en schakel de werking Kamer,
Ruimteverwarming/-koeling en Sanitaire warmwatertank uit.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau wijzigen" op
pagina 16.
2 Ga naar [A.1]: Inbedrijfstelling > Testbedrijf werking.
3 Selecteer een test in de lijst. Voorbeeld:
Verwarming.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het proefdraaien start. Het proefdraaien
stopt automatisch wanneer voltooid (±30 min).
Om het proefdraaien handmatig te stoppen:
1 Ga naar Stop testrun.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
Indien de installatie van de unit correct werd uitgevoerd, zal de unit
tijdens het testen opstarten in de geselecteerde bedrijfsmodus.
Tijdens het testen kan de correcte werking van de unit gecontroleerd
worden door de aanvoerwatertemperatuur (verwarm-/koelstand) en
de tanktemperatuur (stand warm tapwater) op te volgen.
Om de temperatuur te controleren:
1 Ga naar Sensoren.
2 Selecteer de temperatuurgegevens.
6.2.4
Stelmotoren proefdraaien
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga naar het menu In werking en schakel de werking Kamer,
Ruimteverwarming/-koeling en Sanitaire warmwatertank uit.
Het proefdraaien van de stelmotoren dient om de werking van de
verschillende stelmotoren te controleren (wanneer u bijv. Pomp
selecteert, zal het proefdraaien van de pomp starten).
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau wijzigen" op
pagina 16.
2 Ga naar [A.2]: Inbedrijfstelling > Testbedrijf
stelmotoren.
3 Selecteer een test in de lijst. Voorbeeld: Pomp.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het proefdraaien van de stelmotor start.
Het proefdraaien stopt automatisch wanneer voltooid
(±30 min).
Om het proefdraaien handmatig te stoppen:
1 Ga naar Stop testrun.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
Mogelijke vormen van proefdraaien voor de
stelmotoren
▪ Back-upverwarming 1-test
▪ Back-upverwarming 2-test
Installatiehandleiding
24
▪ Pomp-test
INFORMATIE
Zorg ervoor de het systeem volledig ontlucht is vooraleer
proef te draaien. Vermijd tevens storingen in het
—
watercircuit tijdens het proefdraaien.
▪ Afsluiter-test
▪ Tweewegklep-test
▪ Bivalent signaal-test
▪ Alarm uitgang-test
▪ Koel-verwarmsignaal-test
▪ Omlooppomp SWW-test
—
6.2.5
De dekvloer van de vloerverwarming
drogen
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga naar het menu In werking en schakel de werking Kamer,
Ruimteverwarming/-koeling en Sanitaire warmwatertank uit.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau wijzigen" op
pagina 16.
—
2 Ga naar [A.4]: Inbedrijfstelling > Dekvloer droging.
3 Selecteer een droogprogramma: ga naar
Programma en gebruik het programmeringsscherm
UFH Dekvloer drogen.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het drogen van de dekvloer van de
vloerverwarming start. Het stopt automatisch
wanneer voltooid.
Om het proefdraaien handmatig te stoppen:
1 Ga naar Dekvloer drogen vloerverwarming
stoppen.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
OPMERKING
Om de dekvloer van de vloerverwarming te drogen, moet
Vorstbescherming kamer worden uitgeschakeld ([2-06]=0).
Standaard is deze ingeschakeld ([2‑06]=1). Wegens de
stand "installateur ter plaatse" (zie "Checklist vóór
inbedrijfstelling"),
gedurende 36 uur na het voor de eerste maal onder
spanning zetten, automatisch uitgeschakeld.
Indien
Dekvloer
—
uitgevoerd na de eerste 36 uur onder spanning, schakel
Vorstbescherming kamer handmatig uit door instelling
[2-06] op "0" te zetten en LAAT deze uitgeschakeld tot
wanneer Dekvloer drogen voltooid is. Als u deze
waarschuwing negeert, kan dat leiden tot het scheuren van
de dekvloer.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de volgende instellingen zoals hieronder
zijn ingesteld om het drogen van de dekvloer van de
vloerverwarming te kunnen starten:
—
▪ [4‑00]=1
▪ [C‑02]=0
▪ [D‑01]=0
▪ [4‑08]=0
▪ [4‑01]≠1
wordt
Vorstbescherming
drogen
nog
steeds
moet
EHVH/X04+08S18+23DA
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P495244-1B – 2017.12
—
—
kamer
worden