Overzicht van de bijkomende parameterinstellingen op installateurniveau: Menu
Hoofdstuk Hydraulisch
Deze parameters in dit menu behandelen de verschillende hydraulische aspecten van de installaties, hun
functionaliteit en de configuratie van de variabele in- en uitgangen van de betreffende componenten.
Zodra een aansluitmodule ZMC1 in de busleiding waargenomen wordt, worden afhankelijk van het busadres de
volgende parameters in dit niveau ingeschakeld:
Busadres 1→ Parameters: 3,6,8 Busadres 2→ Parameters: 4,7,9
Opmerking: Zodra de aansluitmodule gescheiden wordt van de busleiding, worden de parameters automatisch
geblokkeerd na 50 seconden.
Parameter
Aanduiding
Functiebezetting van de
UIT: Geen functie
02
uitgang
1:
warmwateropwarmpomp
UIT: Geen functie
2:
Functie van de uitgang
03
3:
menggroep 1
6:
7:
Functie van de uitgang
Instelbereik en toekenning zoals bij
menggroep 2 (Alleen met
parameter 03
04
een tweede ZMC1
mengmodule)
UIT: Geen functie
Functie van de uitgang
2:
05
pomp directe groep
6:
10: Voedingspomp
UIT: Geen functie
4:
5:
10: Voedingspomp
Functie van de variabele
06
11: Ketelgroeppomp 1
uitgang 1
13: Collectieve storingsmelding
21: Parall. TST-vrijgave (..VV..)
23: Pomp directe groep 2 (besturing
PCD)
Functie van de variabele
Instelbereik en toekenning zoals bij
07
uitgang 2
parameter 06
Functie van de variabele
UIT: Geen functie
ingang 1
1:
5:
6:
08
10: Externe TST blokkering
11: Externe schakelmodem
12: Externe informatie
13: Somtoevoervoeler
Functie van de variabele
Instelbereik en toekenning zoals bij
09
ingang 2
parameter 08
07-2008
Onder voorbehoud van wijziging
Fabrieks
Instelbereik/Instelwaarden
instelling
Warmwateropwarmpomp
1
Directe groep weersafhankelijk
Menggroep weersafhankelijk
3
Constantregelaar
Vaste waarde regelaar
3
Pomp directe groep
2
Constantregeling
Circulatiepomp
Elektr. Verwarmingselement
UIT
UIT
Buitenvoeler 2
Opvragingscontact
Externe storingsmeldingingang
UIT
UIT
Hoofdstuk Menggroep 1 / Menggroep 2
Deze parameters in dit menu behandelen de verwarmingsmengkringen, behalve de klokprogrammatie
Parameter
VERLAGEN
VERWARMING
03
Instelling
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
16
Blz. 3 / 4
07-2008
Aanduiding
Instelbereik/Instelwaarden
ECO: Uitschak. Vorstbeschermd.
Nachtverlaging
ABS: Verlaagdbedrijf
Verwarmingssysteem
1,00 ... 10,00
(exponent)
Ruimte-inschakeling (in
UIT: Ruimtevoeler gedeactiveerd
combinatie met
1:
Ruimtevoeler geactiveerd
ruimtevoeler)
3:
Alleen displaymodus (ruimte
temp.)
UIT, 10 ... 500 %, RC (alleen
Ruimtevoelerfunctie
ruimteregeling)
Aanpassing van de
UIT, AAN
stooklijn
Inschakeloptimalisering
UIT, 1 ... 8 uur
Verwarmingsgrens
UIT, 0.5 ... 40 K
Ruimtevorstbeschermingsg
5 ... 30°C
rens
Ruimtethermostaatfunctie
UIT, 0,5 ... 5 K
Buitenvoelertoekenning
0: Besturing volgens gemiddelde
(alleen wanneer
waarde BV 1 + BV 2
VI n = BV 2)
1: Besturing volgens BV 1
2: Besturing volgens BV 2
Constante temperatuur
10 ... 95°C
gewenste waarde
Minimumtemperatuur
10°C ... tot instelwaarde
begrenzing
maximumpemperatuurbegrenzing
(parameter 13)
Maximumtemperatuur
Vanaf instelwaarde
begrenzing
minimumtemperatuurbegrenzing
(parameter 12) ...tot
maximumtemperatuurbegrenzing TST
(TST-parameter 04)
Temperatuursverhoging
-5 ... 20 K
Warmteopwekker/
verwarmingsgroepen
Droogstookfunctie
UIT: functie uitgeschakeld
1: Functie verwarmen
2: Verwarmen volgens
voorgeschreven
temperatuursprofiel
3: Functie verwarmen en volgens
temperatuursprofiel
Onder voorbehoud van wijziging
Fabrieks
Instelling
instelling
ECO
MG = 1,10
DG = 1,30
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
10 °C
UIT
0
20°C
20°C
75°C
DG = 0
MG = 4
UIT
Blz. 4 / 4