7 Configuratie
#
Code
Onderdeel
[5.8]
[6-0E]
De
maximumtankte
mperatuur
Noodbedrijf
Indien de warmtepomp weigert te werken, kan de back-
upverwarming en/of boosterverwarming als noodverwarming werken
en de volledige warmtebelasting automatisch of door handmatige
interventie overnemen.
▪ Wanneer Noodbedrijf is ingesteld op Automatisch en er zich
een storing voordoet in de warmtepomp:
▪ De back-upverwarming neemt de warmtebelasting automatisch
over,
▪ De boosterverwarming in de optionele tank neemt automatisch
de warmtapwaterproductie over.
▪ Wanneer Noodbedrijf is ingesteld op Handmatig en er zich een
storing voordoet in een warmtepomp, stoppen de opwarming van
warmtapwater en de ruimteverwarming met werken.
Om deze handmatig te herstellen via de gebruikersinterface gaat
u naar het hoofdmenuscherm Storing en bevestigt u of de back-
upverwarming en/of boosterverwarming de warmtebelasting al
dan niet moet overnemen.
We raden aan om Noodbedrijf in te stellen op Automatisch indien
niemand gedurende langere periodes in het huis aanwezig is.
#
Code
[9.5]
Nvt
▪ 0: Handmatig
▪ 1: Automatisch
INFORMATIE
De instelling van de automatische noodstop kan alleen in
de menustructuur van de gebruikersinterface worden
ingesteld.
INFORMATIE
Indien er zich een storing voordoet in de warmtepomp en
Noodbedrijf is ingesteld op Handmatig, blijven de
functies Vorstbescherming kamer, Dekvloer drogen van de
vloerverwarming
en
ingeschakeld, zelfs wanneer de gebruiker het noodbedrijf
NIET bevestigt.
Aantal zones
Het
systeem
kan
aanvoerwater
2 watertemperatuurzones. Het aantal waterzones moet tijdens het
configureren ingesteld worden.
#
Code
[4.4]
[7‑02]
▪ 0: 1 zone
Slechts
aanvoerwatertemperatuurzone:
a Primaire AWT-zone
Installatiehandleiding
18
Tank van derden
Spoel≥1,05 m²
Spoel≥1,8 m²
≤75°C
Beschrijving
Vorstbescherming
waterleidingen
leveren
aan
maximum
Beschrijving
a
#
Code
[4.4]
[7‑02]
OPMERKING
Het systeem NIET op de volgende manier configureren,
kan schade aan de warmteafgevers veroorzaken. Als er 2
zones zijn, is het bij verwarming belangrijk dat:
▪ de zone met de laagste watertemperatuur wordt
geconfigureerd als de primaire zone, en
▪ de zone met de hoogste watertemperatuur wordt
geconfigureerd als secundaire zone.
OPMERKING
Als er 2 zones zijn en de afgevertypes onjuist zijn
geconfigureerd, kan er water met een hoge temperatuur
naar een afgever met lage temperatuur (vloerverwarming)
worden gestuurd. Om dit te vermijden doet u het volgende:
▪ Installeer een aquastat-/thermostaatklep om te hoge
temperaturen naar een lage temperatuur-afgever te
voorkomen.
▪ Zorg dat u de afgevertypes voor de primaire zone [2.7]
en voor de secundaire zone [3.7] correct instelt in
overeenstemming met de aangesloten afgever.
OPMERKING
Er kan een overdrukomloopklep in het systeem worden
geïntegreerd. Denk erom dat deze klep mogelijk niet op de
afbeeldingen wordt getoond.
één
7.2.4
Configuratiewizard: Back-upverwarming
De back-upverwarming is aangepast om op de meeste Europese
elektriciteitsdistributienetten aangesloten te worden. Als de back-
upverwarming beschikbaar is, moet de spanning, de configuratie en
de capaciteit worden ingesteld op de gebruikersinterface.
De capaciteiten voor de verschillende stappen van de back-
upverwarming moeten voor de energiemeting en/of de regeling van
de besturing energieverbruik ingesteld worden om goed te werken.
Door de weerstand van elk verwarmingstoestel te meten, kunt u de
exacte capaciteit van elk verwarmingstoestel instellen en zodoende
meer nauwkeurige energiegegevens hebben.
Beschrijving
▪ 1: 2 zones
Twee aanvoerwatertemperatuurzones.
De
aanvoerwatertemperatuurzone bestaat
uit de warmteafgevers met grotere
belasting en een mengstation om de
gewenste aanvoerwatertemperatuur te
bereiken. Bij verwarming:
c
a Secundaire AWT-zone: Hoogste
temperatuur
b Primaire AWT-zone: Laagste
temperatuur
c Mengstation
EABH/X16DF6V(7)+9W(7)
Daikin Altherma 3 H W
4P644479-1A – 2021.09
primaire
a
b