LCD-scherm
Het scherm blijft leeg.
Het LCD-scherm is niet
ingesteld op weergeven.
Het scherm wordt donkerder.
De weergave van het LCD-
scherm wordt donkerder in
sterk zonlicht of fel licht.
Het scherm knippert.
Het scherm knippert bij het
maken van opnamen bij tl-
verlichting.
Lichtbalk (rood of paars) op het LCD-scherm.
Dit is mogelijk bij het maken
van een opname van een
zeer helder onderwerp,
zoals de zon of een andere
lichtbron.
wordt weergegeven.
Waarschijnlijk is een langere
sluitertijd geselecteerd
vanwege onvoldoende licht.
70
Druk op de knop DISP.
(Weergave) om het LCD-scherm
in te schakelen
Dit is normaal bij apparaten met
CCD's en wijst niet op een storing
of defect. (Dit beeld wordt niet
opgenomen bij het maken van
foto's, maar wel bij filmopnamen.)
Dit is geen camerastoring
(knipperen wordt vastgelegd bij
films maar niet bij foto's).
Dit is normaal bij apparaten met
CCD's en wijst niet op een storing
of defect. De lichtbalk wordt niet
opgenomen bij het maken van
foto's, maar wel bij filmopnamen.
Verhoog de ISO-waarde.
Stel de flitser in op een andere
modus dan
(Verkorte handleiding pag. 13).
Bevestig de camera op iets
stevigs zoals een statief en
gebruik de zelfontspanner.
(pag.
12).
(Flitser uit)