Inhoudsopgave
Advertenties
5. GEBRUIK
Controleer de werkplek voordat u de kettingzaag gebruikt. Deze moet vrij van obstakels zijn.
Verwijder takken, obstakels en andere voorwerpen die tijdens het zagen schade kunnen
veroorzaken.
De machine moet altijd met brandstof gevuld en bruikbaar zijn. Controleer het vulniveau en
vul indien nodig de tank bij.
BELANGRIJK: De kettingzaag moet altijd worden ingeschakeld met een geactiveerde
kettingrem. Op pagina 15 kunt u zien hoe u dit kunt doen.
1. De motor starten
a. Zet de schakelaar op de positie I.
b. Druk de smoorhendel in. Deze wordt gesloten en de gashendel wordt naar de
startpositie verplaatst.
Houd de kettingzaag stevig tegen de grond. Plaats de kettingzaag:
▪
ofwel aan de linkerkant van uw lichaam, waarbij u de handgreep stevig
vasthoudt met uw linkerhand. Gebruik uw rechterhand om aan de startkoord
te trekken
▪
ofwel aan de rechterkant van uw lichaam, waarbij u de handgreep stevig
vasthoudt met uw rechterhand.
13
Advertenties
Inhoudsopgave
