Beeld in zoeker versus opgenomen beeld.
Doorgaans bevat het
opgenomen beeld meer
van de omgeving dan in
de zoeker te zien is.
Het beeld is wazig of onscherp.
Het AF-hulplicht is
ingesteld op [Uit].
De camera beweegt
wanneer de ontspanknop
wordt ingedrukt.
Het onderwerp valt buiten
het focusbereik.
Het onderwerp laat zich
moeilijk scherpstellen.
110
Op het LCD-scherm ziet u de
feitelijke grootte van een beeld.
Gebruik daarom liever het LCD-
scherm wanneer u close-ups maakt.
In donkere omgevingen die ongunstig
zijn voor het automatisch scherpstellen
van de camera, wordt het AF-hulplicht
geactiveerd om het scherpstellen te
vergemakkelijken. Het AF-hulplicht
werkt niet wanneer het is
uitgeschakeld. U moet het daarom
inschakelen ([Aan]) om het te
activeren
(p.
24). Zorg ervoor dat u het
AF-hulplicht niet afdekt met uw hand
wanneer het wordt gebruikt.
Stel de IS-modus in op een andere
instelling dan [Uit]
Als u de zelfontspanner instelt op
(2 seconden), wordt de sluiter na
2 seconden geactiveerd zodat de
camera niet beweegt en u een
scherp beeld krijgt (Verkorte
handleiding p. 16).
De resultaten worden nog beter als
u de camera op een vlakke
ondergrond of op een statief plaatst.
Maak een opname op de juiste
afstand van het onderwerp
Gebruik de scherpstelvergrendeling
of AF lock om de opname te
maken
(p.
47).
(p.
32).
(p.
131).